FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183  
184   185   186   187   188   189   190   191   >>  
onze tocht werd gestuit door een daar liggend verbazend groot rotsblok. "Vervloekt blok!" riep ik toornig uit, toen ik mij zoo plotseling zag ophouden door een onoverkomelijken hinderpaal. Wij zochten te vergeefs links en rechts, boven en beneden, er bestond geen doorgang, geene splitsing. Ik was diep teleurgesteld en wilde de wezenlijkheid van dien hinderpaal niet aannemen. Ik bukte. Ik zag onder het blok. Geene tusschenruimte. Er boven. Dezelfde granieten slagboom. Hans hield het licht van de lamp bij ieder punt van den wand, maar hij was nergens afgebroken. Wij moesten alle hoop opgeven om er door te komen. Ik was op den grond gaan zitten; mijn oom liep met groote schreden den gang op en neder. "Maar Saknussemm dan?" riep ik. "Ja!" zeide mijn oom, "is hij dan door deze steenen deur tegen gehouden?" "Neen! neen!" hernam ik driftig. "Dit rotsblok heeft, tengevolge van den een of anderen schok of van een dier magnetische verschijnselen, die de aardschors schudden, plotseling dezen doorgang gesloten. Er zijn vele jaren verloopen tusschen den terugkeer van Saknussemm en den val van dit blok. Is het niet duidelijk, dat deze galerij voorheen een weg voor de lava is geweest en dat de uitgebraakte stoffen er toen onbelemmerd doorstroomden? Zie! dit granieten dak vertoont nog jonge scheuren; het bestaat uit samengevoegde stukken, uit verbazend groote steenen, alsof eene reuzenhand aan dezen onderbouw had gewerkt; maar eens is de schok heviger geweest, en dit blok, dat gelijkt op een ontbrekenden sleutel van het gewelf, is op den grond gegleden en heeft den doortocht versperd. Het is een toevallige hinderpaal, dien Saknussemm niet heeft aangetroffen, en als wij hem niet omverwerpen, dan zijn wij niet waard het middelpunt der aarde te bereiken!" Zoo sprak ik! De ziel des professors was geheel in mij overgegaan. De zucht tot ondekkingen bezielde mij. Ik vergat het verledenene, ik verachtte de toekomst. Er bestond voor mij niets meer op de oppervlakte van den bol, in welks binnenste ik begraven was, steden, noch velden, noch Hamburg, noch Koningstraat, noch mijne arme Graeuben, die mij voor altoos verloren moest wanen in de ingewanden der aarde.... "Welnu!" hernam mijn oom, "laten wij ons met het houweel en het breekijzer een weg banen en die muren omverwerpen!" "Het is te hard voor het breekijzer!" riep ik. "Dan het houweel!" "Met het houweel zal het te lang duren!" "Maar!..." "Welnu! het kruit! de
PREV.   NEXT  
|<   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183  
184   185   186   187   188   189   190   191   >>  



Top keywords:
hinderpaal
 

Saknussemm

 

houweel

 

granieten

 

geweest

 

hernam

 

groote

 

omverwerpen

 

steenen

 
bestond

doorgang

 

plotseling

 

verbazend

 

rotsblok

 

breekijzer

 

ontbrekenden

 

sleutel

 
binnenste
 
gelijkt
 
heviger

gewelf

 

gegleden

 

toevallige

 

aangetroffen

 

doortocht

 

steden

 

versperd

 

gewerkt

 
samengevoegde
 

bestaat


scheuren
 
vertoont
 

stukken

 
onderbouw
 
reuzenhand
 
velden
 

professors

 

geheel

 
altoos
 
Graeuben

Koningstraat
 

overgegaan

 

bezielde

 
verledenene
 
Hamburg
 

ondekkingen

 

verachtte

 

begraven

 

middelpunt

 

oppervlakte