FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191  
>>  
onze doorgestane smarten. Na dien maaltijd gaven wij ons allen aan onze overpeinzingen over. Waaraan dacht Hans, die man uit het hooge noorden, die onder de heerschappij stond van de oostersche leer van onderwerping aan het noodlot? Mijne denkbeelden bestonden slechts uit herinneringen, en deze voerden mij terug naar de oppervlakte van den aardbol, die ik nooit had moeten verlaten. Het huisje in de Koningstraat, mijn arme Graeuben, de goede Martha, gingen als gezichten voorbij mijne oogen, en in het doffe gebrul, dat door het vaste gesteente liep, meende ik het geraas van de steden op aarde te herkennen. Mijn oom, "altijd bij de zaak," onderzocht aandachtig met de toorts in de hand den aard der gronden; hij trachtte te onderscheiden waar hij was door de opeenvolging der op elkander liggende lagen. Die berekening of liever die schatting kon slechts bij benadering wezen; maar een geleerde is altijd een geleerde, wanneer het hem gelukt zijne koelbloedigheid te behouden, en zeker bezat professor Lidenbrock die hoedanigheid in een buitengewonen graad. Ik hoorde hem woorden uit de geologische wetenschap mompelen: ik begreep ze en stelde ondanks mij zelven belang in die verhevene studie. "Uitgebraakt graniet," zeide hij; "wij zijn nog altijd in het eerste tijdperk; maar wij stijgen! wij stijgen! Wie weet?" Wie weet? Hij hoopte dus nog altijd. Met zijne hand betastte hij den loodrechten wand, en eenige oogenblikken later hernam hij aldus: "Dat is gneiss! dat mica-leisteen! Goed! nu komen weldra de gronden uit het overgangstijdperk en dan...." Wat wilde de professor zeggen? Kon hij de dikte der aardschors boven ons meten? Bezat hij het eene of andere middel om die berekening te verrichten? Neen! Hij miste den luchtdichtheidsmeter, en geene schatting kon dien vergoeden. Inmiddels nam de warmte geducht toe en ik was doornat midden in een gloeienden dampkring. Ik kon haar niet anders vergelijken dan met de hitte, die door de fornuizen eener ijzersmelterij wordt uitgestraald, wanneer het metaal vloeibaar wordt. Langzamerhand hadden Hans, mijn oom en ik onze buizen en vesten moeten uittrekken; het geringste kleedingstuk werd een oorzaak van onbehaaglijkheid, om niet te zeggen van pijn. "Stijgen wij dan naar een witgloeienden haard?" riep ik uit op een oogenblik dat de warmte verdubbelde. "Neen!" antwoordde mijn oom, "het is onmogelijk! het is onmogelijk!" "Maar die muur is gloeiend!" zeide ik den wand betasten
PREV.   NEXT  
|<   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191  
>>  



Top keywords:
altijd
 

berekening

 

schatting

 

gronden

 

wanneer

 

zeggen

 

warmte

 

onmogelijk

 

professor

 
geleerde

stijgen

 

slechts

 

moeten

 

weldra

 

overgangstijdperk

 

aardschors

 

verrichten

 
maaltijd
 
middel
 
andere

hoopte

 

betastte

 

overpeinzingen

 

betasten

 

Waaraan

 

loodrechten

 

gloeiend

 

gneiss

 
leisteen
 

hernam


eenige
 
oogenblikken
 

luchtdichtheidsmeter

 
hadden
 
buizen
 
vesten
 

uittrekken

 

Langzamerhand

 
vloeibaar
 
smarten

uitgestraald
 

metaal

 

geringste

 
kleedingstuk
 
Stijgen
 

witgloeienden

 

onbehaaglijkheid

 

verdubbelde

 

oorzaak

 

ijzersmelterij