FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168  
169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191   >>  
steltenis, zijn ongeloof, zijn toorn! Nooit zag ik iemand eerst zoo verlegen, daarna zoo verbitterd. De vermoeienissen van den overtocht, de doorgestane gevaren, alles moest dus weder op nieuw beginnen. Wij waren achteruit in plaats van vooruit gegaan. Maar mijn oom was weldra zichzelven weder meester. "O! het noodlot speelt mij zulke parten!" riep hij uit; "de elementen spannen tegen mij samen! de lucht, het vuur en het water vereenigen hunne pogingen om zich tegen mijne reis te verzetten! Welnu! men zal zien, wat mijn wil vermag. Ik zal het niet opgeven; ik zal geene streep achteruitgaan, en wij zullen zien, wie het winnen zal, de mensch of de natuur!" Op de rots staande, verbitterd, dreigend, scheen Otto Lidenbrock, gelijk de woeste Ajax, de goden uit te dagen. Maar ik oordeelde het noodig om tusschen beiden te komen en die zinnelooze drift te betoomen. "Hoor mij aan!" zeide ik hem op een vasten toon. "Er is hier beneden eene grens voor iedere eerzucht; wij moeten tegen het onmogelijke niet kampen; wij zijn slecht uitgerust voor eene zeereis; vijf honderd uur gaans kan men niet afleggen op een slecht samenraapsel van balken met eene deken tot zeil, een stok tot mast, en dan nog tegen de ontketende winden. Wij kunnen niet sturen, wij zijn de speelbal der stormen, en wij zouden als dwazen handelen, zoo wij ten tweeden male dien onmogelijken overtocht beproefden!" Tien minuten lang kon ik, zonder in de rede gevallen te worden, die onwederlegbare redenen opsommen, maar dat kwam alleen door de onoplettendheid van den professor, die geen woord van mijne bewijsvoering verstond. "Naar het vlot!" riep hij. Hij antwoordde verder niets. Te vergeefs smeekte ik, werd ik driftig; ik stiet het hoofd tegen een wil, die vaster was dan graniet. Hans was juist gereed met de herstelling van het vlot. Men zou gezegd hebben, dat dit zonderling wezen de plannen mijns ooms ried. Met eenige stukken surtarbrandur had hij het vaartuig weder in orde gebracht. Een zeil verhief er zich op en de wind speelde in zijne plooien. De professor zeide eenige woorden tot den gids en terstond bracht deze de bagage weder aan boord en maakte alles voor het vertrek gereed. De dampkring was tamelijk zuiver en de noordwestewind hield aan. Wat kon ik doen? Mij alleen tegen twee verzetten? Onmogelijk. Als Hans nog maar mijne zijde gekozen had. Maar neen! Het scheen, dat de IJslander zijn eigen wil ter zijde gesteld en de gelofte van ze
PREV.   NEXT  
|<   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168  
169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191   >>  



Top keywords:
eenige
 

gereed

 

verzetten

 
alleen
 
scheen
 
professor
 

slecht

 

verbitterd

 

overtocht

 

smeekte


vergeefs
 
verder
 

iemand

 

antwoordde

 

herstelling

 

gezegd

 

verstond

 

vaster

 

graniet

 

driftig


vermoeienissen
 

zonder

 

gevallen

 
minuten
 

onmogelijken

 
beproefden
 
worden
 

onwederlegbare

 

onoplettendheid

 

hebben


verlegen

 

redenen

 
opsommen
 
daarna
 

bewijsvoering

 
zonderling
 

noordwestewind

 

zuiver

 

tamelijk

 

bagage


maakte

 

vertrek

 
dampkring
 

Onmogelijk

 
gesteld
 
gelofte
 

IJslander

 

steltenis

 
gekozen
 

bracht