FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121  
122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   >>   >|  
weerhouden. "Wat scheelt u toch?" vroeg hij. "Niets, ik maak slechts eene opmerking." "En die is, mijn jongen?" "Deze, dat als uwe berekeningen juist zijn, wij ons niet meer onder IJsland bevinden." "Gelooft gij dat?" "Het is gemakkelijk om daarvan zekerheid te krijgen." Ik mat het met den passer op de kaart af. "Ik bedroog mij niet," zeide ik; "wij zijn kaap Portland voorbij en die vijftig uur gaans naar het zuidoosten brengen ons in volle zee." "Onder de volle zee!" antwoordde mijn oom zich in de handen wrijvende. "Dan strekt," riep ik, "de oceaan zich boven ons hoofd uit!" "Maar, Axel! niets is eenvoudiger! Zijn er te Newcastle geene steenkolenmijnen, die ver onder de golven voortloopen?" De professor mocht dit al eenvoudig vinden, maar de gedachte, dat ik onder de watermassa voortliep, boezemde mij toch eenige ongerustheid in. En evenwel, of de vlakten en bergen van IJsland, dan wel de golven van den Atlantischen Oceaan zich boven ons bevonden, dat maakt eigenlijk geen verschil, zoodra het gewelf van graniet slechts stevig genoeg was. Overigens gewende ik mij spoedig aan die gedachte, want de nu eens rechte dan weder kromme gang, in zijne hellingen even grillig als in zijne kronkelingen, liep toch voortdurend naar het zuidoosten en drong gedurig lager, zoodat hij ons spoedig op eene aanzienlijke diepte bracht. Vier dagen later, Saterdag, den 18den Juli, kwamen wij des avonds bij eene soort van vrij groote grot; mijn oom gaf Hans zijne drie rijksdaalders weekhuur en er werd bepaald dat de volgende dag een rustdag zijn zou. HOOFDSTUK XXV Kalm vertrek.--Plaatsbepaling.--Heeft Humphry Davy gelijk? --Dichtheid der lucht.--Lucht in vasten toestand. Ik werd dus 's Zondags morgens wakker zonder die gejaagdheid, die gewoonlijk gepaard gaat met een ophanden zijnd vertrek. En al was het ook in den diepsten afgrond, zoo was het toch wel aangenaam. Ook waren wij gewoon aan dat leven van holbewoners. Ik dacht niet meer aan de zon, de sterren, de maan, de boomen, de huizen, de steden, aan al die aardsche overtolligheden, die voor het ondermaansche wezen eene behoefte geworden zijn. Als in de aarde begravenen lachten wij wat met die nuttelooze wonderen. De grot vormde eene groote zaal; de getrouwe beek vloeide zachtjes over haren bodem van graniet. Op zulk een afstand van zijne bron had het water nog slechts den warmtegraad der omringende voorwerpen en liet het zi
PREV.   NEXT  
|<   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121  
122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   >>   >|  



Top keywords:

slechts

 

spoedig

 

graniet

 

vertrek

 

gedachte

 

groote

 

golven

 

IJsland

 

zuidoosten

 

Dichtheid


gelijk
 

toestand

 

morgens

 
wakker
 

zonder

 

gejaagdheid

 

Zondags

 

vasten

 
rustdag
 

kwamen


rijksdaalders

 

weekhuur

 
avonds
 

bepaald

 

volgende

 
Plaatsbepaling
 

Saterdag

 

HOOFDSTUK

 

gewoonlijk

 

Humphry


getrouwe
 

vloeide

 
zachtjes
 
vormde
 

wonderen

 

begravenen

 

lachten

 

nuttelooze

 

omringende

 

warmtegraad


voorwerpen
 

afstand

 

geworden

 

aangenaam

 
gewoon
 

afgrond

 

ophanden

 

diepsten

 

holbewoners

 
overtolligheden