FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119  
120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   >>   >|  
ken dat uitmuntende ijzerhoudende water. Ik gevoelde mij geheel opgevroolijkt en vol ijver om verder te gaan. Waarom zou een zoo innig overtuigd man als mijn oom, met een schranderen gids, zooals Hans, en een "vastberaden" neef, zooals ik, bij zich, niet slagen? Zulke mooie gedachten speelden mij in het hoofd! Als men mij voorgesteld had om naar den top van den Sneffels terug te keeren, zou ik het met verontwaardiging afgeslagen hebben. Maar er was gelukkig alleen sprake van dalen. "Laten wij vertrekken!" riep ik en deed door mijne tonen vol geestdrift de oude echo's van den aardbol ontwaken. De tocht werd Donderdag morgen te acht uur hervat. De granieten gang, zich in allerlei bochten kronkelende, vertoonde onverwachte krommingen en bootste de verwikkeling van een doolhof na; maar zijne hoofdrichting bleef toch altijd zuidoostelijk. Mijn oom raadpleegde gedurig zeer oplettend zijn kompas om zich rekenschap te kunnen geven van den doorloopen weg. De galerij liep bijna zuiver waterpas verder met hoogstens twee duim helling per vadem. De murmelende beek stroomde langzaam, onder onze voeten. Ik vergeleek haar met een vriendelijken geest, die ons door de aarde geleidde, en met mijne hand streelde ik de vochtige stroomnimf, die onze schreden met hare gezangen begeleidde. Mijne opgeruimdheid nam gaarne eene mythologische wending. Wat mijn oom aangaat, hij, "de man der loodlijn," raasde geducht over de waterpasse richting van den weg. Deze, verlengde zich tot in het oneindige en in plaats van langs den straal der aarde voort te gaan, zoo als hij het noemde, ging hij langs de schuine zijde. Maar wij hadden geene keus, en zoo lang wij, al was het ook nog zoo weinig, het middelpunt naderden, hadden wij geen recht om te klagen. Ook nam van tijd tot tijd de helling toe; de stroomnimf tuimelde bruisende voort en wij daalden dieper met haar. Over het geheel legden wij dezen en den volgenden dag een groot eind af in eene waterpasse richting, maar betrekkelijk weinig in eene loodrechte. Vrijdag avond, den 10den Juli, waren wij naar onze berekening dertig uur gaans ten zuidoosten van Reikiavik en op eene diepte van derdehalf uur gaans. Nu opende zich een verschrikkelijke put voor onze voeten. Mijn oom kon zich niet weerhouden om in de handen te klappen, toen hij de steilte zijner helling berekende. "Die zal ons ver brengen," riep hij, "en gemakkelijk ook, want de uitstekende punten der rots vormen eene ware trap."
PREV.   NEXT  
|<   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119  
120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   >>   >|  



Top keywords:

helling

 
weinig
 

voeten

 
stroomnimf
 

waterpasse

 

hadden

 
richting
 

verder

 

geheel

 

zooals


straal

 
vormen
 

plaats

 

oneindige

 

verlengde

 

noemde

 

schuine

 
schreden
 

brengen

 

mythologische


wending

 

punten

 

gaarne

 

opgeruimdheid

 

begeleidde

 
aangaat
 
geducht
 

raasde

 
gemakkelijk
 

gezangen


loodlijn
 

uitstekende

 

Vrijdag

 

loodrechte

 
handen
 

betrekkelijk

 

weerhouden

 

berekening

 
opende
 

diepte


verschrikkelijke

 
Reikiavik
 

dertig

 

zuidoosten

 

vochtige

 
zijner
 

steilte

 
klagen
 

derdehalf

 

middelpunt