rbazend, en de gesmolten
stoffen, uit de ingewanden der aarde verdreven, verspreidden zich
rustig als groote vlakke lagen of als heuvelachtige massa's. Te dien
tijde verschenen het veldspaat, syeniet en porfier.
Maar ten gevolge van die uitstorting nam de dikte des eilands en
bij gevolg zijn tegenstandbiedend vermogen aanmerkelijk toe. Men
begrijpt licht, welk eene hoeveelheid veerkrachtige vloeistoffen zich
in zijn binnenste ophoopte, toen het geen uitweg meer aanbood na de
afkoeling der trachietkorst. Toen kwam er een oogenblik, waarin het
arbeidsvermogen dier gassen zoo groot was, dat zij de zware schors
ophieven en zich hooge schoorsteenen oprichtten. Zoo ontstond dus de
vulkaan door de opheffing van de korst, en werd vervolgens de krater
plotseling in den top van den vulkaan geboord.
Toen volgden vulkanische verschijnselen op de
uitwerpingsverschijnselen; door de pas gevormde openingen ontsnapten
vooreerst de uitwerpselen van basalt, waarvan de vlakte, die wij thans
doorgingen, aan onze blikken de merkwaardigste proeven vertoonde. Wij
liepen over de zware donkergrijze rotsen, die de afkoeling gevormd
had tot prisma's met zeshoekige grondvlakken. In de verte zag men
een groot aantal afgeknotte kegels, die voorheen zoovele vuurspuwende
monden waren.
Nadat de basaltuitwerking uitgeput was, verleende de vulkaan, wiens
kracht nog toenam door die der uitgebrande kraters, een doortocht
aan de lava en aan die tufsteenen van asch en slakken, welker
lange stroomen ik op zijne hellingen verstrooid zag, als waren het
weelderige haren.
Dit was de opeenvolging der natuurverschijnselen, die IJsland te
voorschijn riepen; alle ontstonden uit de werking van het inwendige
vuur, en het was dwaasheid te vooronderstellen, dat de binnenste
massa niet bleef in een voortdurenden toestand van witgloeiende
vloeibaarheid. Dwaas vooral was het plan om te trachten het middelpunt
van den aardbol te bereiken!
Ik stelde mijzelven dus gerust betreffende den uitslag onzer
onderneming, terwijl ik op weg was om den Sneffels met den stormpas
te beklimmen.
De weg werd hoe langer hoe moeielijker; de grond rees; de rotsbrokken
geraakten in beweging, en de grootste oplettendheid was noodig om
een gevaarlijken val te vermijden.
Hans ging rustig vooruit als op een effen bodem; soms verdween hij
achter de groote klompen en verloren wij hem voor een oogenblik uit het
gezicht; dan wees een scherp gefluit de richting aan, die wij moesten
volgen
|