FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111  
112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   >>   >|  
jnen. "Wij moeten terugkeeren," riep ik, "en den weg naar den Sneffels weder inslaan. God schenke ons de noodige krachten om weder naar den rand van den krater te klimmen!" "Terugkeeren!" zeide mijn oom op een toon, als of hij eerder zich zelven dan mij antwoordde. "Ja, terugkeeren en wel zonder een oogenblik te verliezen." Nu volgde een vrij lang stilzwijgen. "Zoo hebben dan, Axel!" hernam de professor op een vreemden toon, "deze enkele droppelen waters u geen moed en vastberadenheid geschonken?" "Moed!" "Ik zie u nog even ternedergeslagen als van te voren en nog spreekt gij wanhopende taal!" Met welk een man had ik toch te doen en welke plannen vormde zijn stoutmoedige geest nu nog? "Hoe! wilt gij dan niet?...." "Van deze onderneming afzien op het oogenblik, dat alles een goeden uitslag voorspelt? Nooit!" "Moeten wij ons dan voorbereiden om te sterven?" "Neen, Axel! neen! vertrek. Ik wil uw dood niet! Laat Hans u vergezellen. Laat mij alleen!" "U verlaten!" "Laat mij alleen, zeg ik u! Ik ben deze reis begonnen, ik zal haar tot het einde volbrengen of niet terugkeeren. Ga heen, Axel, ga heen!" Mijn oom was, zoo sprekende, in een uiterst opgewonden toestand. Zijne stem, die een oogenblik aangedaan was geweest, werd weder ruw en dreigend. Hij worstelde met eene sombere geestkracht tegen het onmogelijke! Ik wilde hem niet achterlaten op den bodem van dezen afgrond, en aan den anderen kant spoorde de zucht tot zelfbehoud mij aan om hem te ontvluchten. De gids woonde dit tooneel met zijne gewone onverschilligheid bij. Hij begreep echter wel, wat er tusschen zijne beide reisgenooten plaats had; onze gebaren wezen genoeg den verschillenden weg aan, waarop ieder onzer den anderen trachtte mede te troonen; maar Hans scheen weinig belang te stellen in de vraag, waarbij zijn leven op het spel stond; hij was gereed om te vertrekken, als het sein daartoe werd gegeven, gereed ook om te blijven, als zijn meester het verlangde. Had ik mij nu maar verstaanbaar voor hem kunnen uitdrukken! Mijne woorden, mijne zuchten, mijn toon zouden dit koele schepsel geroerd hebben. Die gevaren, welke de gids niet scheen te vermoeden, zou ik hem aan het verstand gebracht hebben en doen voelen en tasten. Met ons beiden zouden wij misschien den stijf hoofdigen professor overtuigd hebben. Des noods zouden wij hem gedwongen hebben om naar den top van den Sneffels terug te keeren! Ik naderde Hans. Ik legde mijne ha
PREV.   NEXT  
|<   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111  
112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   >>   >|  



Top keywords:

hebben

 

terugkeeren

 

zouden

 

oogenblik

 

alleen

 

professor

 

gereed

 

scheen

 

anderen

 

Sneffels


gebaren
 

genoeg

 

reisgenooten

 
verschillenden
 

tusschen

 

waarop

 

plaats

 

afgrond

 
spoorde
 

achterlaten


geestkracht

 

onmogelijke

 
zelfbehoud
 

begreep

 

echter

 
onverschilligheid
 

gewone

 

ontvluchten

 

woonde

 

tooneel


gebracht
 

verstand

 
voelen
 
tasten
 

beiden

 

vermoeden

 

schepsel

 

geroerd

 

gevaren

 

misschien


keeren
 

naderde

 

gedwongen

 

hoofdigen

 
overtuigd
 

zuchten

 

woorden

 

waarbij

 

vertrekken

 
stellen