De nederdaling begon ditmaal weder door de nieuwe galerij. Hans
ging naar gewoonte vooruit. Wij waren nog geen honderd schreden ver,
of de professor, zijne lamp langs de muren bewegende, riep uit:
"Ziedaar de oorspronkelijke gronden! wij zijn op den goeden
weg! voorwaarts! voorwaarts!"
Toen de aarde in de eerste tijden van haar bestaan langzamerhand
afkoelde, veroorzaakte de vermindering van haren omvang in de schors
afwijkingen, scheuren, ineenkrimpingen, kloven. Deze gang was een
dergelijke barst, waardoor vroeger het uitgebraakte graniet wegvloeide;
zijne duizend kronkelingen vormden een hoogst verwarden doolhof door
den oorspronkelijken bodem.
Naarmate wij daalden, vertoonde zich de opeenvolging der
oorspronkelijke lagen met meer duidelijkheid. De geologische
wetenschap beschouwt dezen oorspronkelijken grond als den grondslag
der delfstoffelijke schors en heeft bevonden, dat hij uit drie
verschillende lagen bestaat, den schiefer, het gneiss en den
mica-leisteen, rustende op die onwankelbare rotssoort, die men
graniet noemt.
Nooit nog hadden delfstofkundigen in zulke vreemde omstandigheden
verkeerd om de natuur op de plaats zelve te bestudeeren. Wat de boor,
dat redelooze en onhandige werktuig, van het inwendige samenstel des
aardbols niet op zijne oppervlakte kan brengen, zouden wij met onze
oogen zien, met onze handen tasten.
Door de heerlijk groen geschakeerde schieferlaag kronkelden
metaaladeren van koper, van manganesium, met eenige sporen van
platina en goud. Ik dacht aan die rijkdommen, in den schoot der
aarde bedolven, waarvan het hebzuchtig menschdom nooit eenig genot
zal hebben! De alleroudste omkeeringen hebben die schatten op zulk
eene diepte begraven, dat houweel noch breekijzer ze ooit aan hun
graf zullen kunnen ontrukken.
Op den schiefer volgde het laagvormige gneiss, merkwaardig door de
regelmatigheid en evenwijdigheid der schilfers, dan de mica-leisteen,
die zich voordeed als groote platen, welke nog meer in het oog liepen
door het vonkelen van den witten mica.
Het licht der toestellen, teruggekaatst door de kleine vlakken der
rotsachtige massa, schoot zijne stralen onder alle hoeken, en ik
verbeelde mij door een hollen diamant te reizen, waarin de stralen
op duizend verblindende wijzen braken.
Tegen zes uur des avonds begon dit lichtfeest merkelijk te verminderen,
ja bijna op te houden: de wanden kregen een gekristalliseerd maar
somber voorkomen; de mica vermengde zich innige
|