FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110  
111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   >>   >|  
zich met de grootste inspanning verzette tegen de buitengewone vermoeidheid en de kwellingen, die uit het gebrek aan water ontstonden. Op Dinsdag, den 8sten Juli, kwamen wij eindelijk, op knieen en handen voortkruipende, halfdood bij het vereenigingspunt der beide galerijen. Daar bleef ik als een levenlooze klomp op den lavabodem liggen. Het was des morgens te tien uur. Hans en mijn oom poogden tegen den wand leunende aan eenige stukjes beschuit te knabbelen. Lange zuchten kwamen over mijne gezwollene lippen. Ik verviel in eene diepe bewusteloosheid. Na verloop van eenigen tijd naderde mijn oom mij en nam mij in zijne armen. "Arm kind!" mompelde hij op den toon van innig medelijden. Ik werd door die woorden getroffen, daar ik niet gewoon was aan de vriendelijkheid van den norschen professor. Ik nam zijne bevende handen in de mijnen. Hij liet mij begaan, terwijl hij mij aanzag. Zijne oogen waren vochtig. Nu zag ik hem de waterflesch nemen, die aan zijne zijde hing. Tot mijne groote verbazing bracht hij ze aan mijne lippen. "Drink!" zeide hij. Had ik goed verstaan? Was mijn oom gek? Ik zag hem met een verstompt gelaat aan. Ik wilde hem niet begrijpen. "Drink!" herhaalde hij. En zijne waterflesch optillende ledigde hij ze geheel tusschen mijne lippen. O, onuitsprekelijk genot! een enkele mondvol water bevochtigde mijn brandend heeten mond, maar hij was voldoende om het reeds vluchtende leven in mij terug te roepen. Ik dankte mijn oom met gevouwen handen. "Ja!" zeide hij, "een mondvol water! de laatste! hoort gij wel? de laatste! Ik had hem zuinig bewaard op den bodem mijner flesch. Twintig, honderdmaal heb ik de ontzettende begeerte om hem te drinken moeten overwinnen! Maar neen, Axel! ik bewaarde hem voor u!" "Oom!" mompelde ik, terwijl groote tranen mijne oogen bevochtigden. "Ja, arm kind! ik wist dat gij bij uwe komst aan dezen kruisweg half dood zoudt nedervallen, en ik heb mijne laatste droppelen water gespaard om u weder bij te brengen." "Dank! dank!" riep ik. Hoewel mijn dorst nog niet geheel gestild was, had ik toch eenige kracht herkregen. De tot nu toe samengetrokken keelspieren werden ontspannen, de ontsteking mijner lippen was verzacht. Ik kon spreken. "Wij kunnen nu," zeide ik, "nog slechts een besluit nemen; wij hebben gebrek aan water: wij moeten op onze schreden terugkeeren." Terwijl ik zoo sprak, zag mijn oom mij niet aan; hij boog zijn hoofd; zijne blikken ontweken de mi
PREV.   NEXT  
|<   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110  
111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   >>   >|  



Top keywords:

lippen

 
handen
 

laatste

 
moeten
 

eenige

 

terwijl

 
mompelde
 

waterflesch

 

geheel

 

mondvol


groote

 
mijner
 

gebrek

 

kwamen

 

ontspannen

 

werden

 

zuinig

 
ontsteking
 

verzacht

 

bewaard


samengetrokken

 

ontzettende

 

begeerte

 

honderdmaal

 

Twintig

 
spreken
 
keelspieren
 

flesch

 
Terwijl
 

heeten


voldoende
 

brandend

 

hebben

 

enkele

 
bevochtigde
 

vluchtende

 

besluit

 

terugkeeren

 
slechts
 

kunnen


gevouwen

 
dankte
 

roepen

 

drinken

 

overwinnen

 
nedervallen
 

kruisweg

 
droppelen
 

gespaard

 

Hoewel