FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107  
108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   >>   >|  
ats vooreen donker en dof bekleedsel. Op een punt, waarop de tunnel zeer smal werd, leunde ik tegen den wand. Toen ik mijne hand wegtrok, was zij pikzwart. Ik keek wat nauwkeuriger. Wij waren in eene kolenlaag. "Een kolenmijn!" riep ik uit. "Een mijn zonder mijnwerkers", antwoordde mijn oom. "Wie weet?" "Ik weet het", antwoordde mijn oom kortaf, "en ik ben zeker dat deze galerij niet door menschenhanden door deze kolenbeddingen gegraven is. Maar het komt er weinig op aan, of het al dan niet het werk der natuur is. De tijd voor het avondeten is gekomen. Laten wij gaan eten." Hans bereidde eenige spijzen. Ik at nauwelijks en dronk de weinige droppelen water, die mijn rantsoen uitmaakten. De half gevulde waterflesch van den gids was alles, wat er overbleef om den dorst van drie menschen te stillen. Na hun maaltijd strekten mijne beide metgezellen zich op hunne dekens uit en vonden zij in den slaap een herstellingsmiddel voor hunne vermoeienissen. Ik echter kon niet en telde de uren tot den morgenstond. Om zes uur des Zaterdags vertrokken wij weder. Twintig minuten later kwamen wij aan een uitgestrekt hol; ik zag nu in, dat de hand des menschen deze kolenmijn niet bewerkt kon hebben; anders zouden de gewelven geschoord zijn, die nu slechts, als het ware, door een wonder bleven staan. Deze soort van spelonk was honderd voet breed en honderd vijftig voet hoog. De grond was met geweld vaneen gescheurd door eene onderaardsche schudding. De stevige aardschors, voor den een of anderen hevigen schok wijkende, was uit haar verband gerukt en had deze uitgestrekte ledige ruimte achtergelaten, waarin aardbewoners voor de eerste maal doordrongen. De geheele geschiedenis der steenkolenvorming was op deze donkere wanden geschreven en een geoloog kon hare verschillende tijdperken er gemakkelijk op volgen. De kolenbeddingen waren gescheiden, door samengedrukte lagen zandsteen of klei, en als het ware verpletterd door de bovenste lagen. In den tijd van het bestaan der aarde, die de secundaire vorming voorafging, bedekte de aarde zich met een verbazenden plantengroei, die zijn ontstaan te danken had aan de dubbele werking eener keerkringswarmte en eener bestendige vochtigheid. Eene zee van dampen omringde den geheelen aardbol en bedekte hem nog voor de stralen der zon. Daaruit leidt men af, dat de hooge warmtegraad niet voortkwam uit dezen nieuwen vuurhaard; misschien zelfs was de fakkel van den dag nog niet ge
PREV.   NEXT  
|<   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107  
108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   >>   >|  



Top keywords:

menschen

 
kolenbeddingen
 

antwoordde

 
honderd
 

kolenmijn

 

bedekte

 
gerukt
 

uitgestrekte

 

aardbewoners

 

slechts


geheele

 
geschiedenis
 

doordrongen

 

ruimte

 

achtergelaten

 

waarin

 

eerste

 
ledige
 

gescheurd

 

onderaardsche


schudding

 

steenkolenvorming

 

vaneen

 

geweld

 

vijftig

 
stevige
 
aardschors
 

bleven

 
verband
 

wijkende


spelonk
 

anderen

 

hevigen

 

dampen

 
omringde
 

geheelen

 

aardbol

 

vochtigheid

 
werking
 

keerkringswarmte


bestendige

 
misschien
 

warmtegraad

 

voortkwam

 

nieuwen

 
stralen
 

Daaruit

 
vuurhaard
 

fakkel

 

volgen