et antwoord op die vraag kan
alleen de historie geven. Zooveel is zeker, en de indiaansche stammen
van Centraal-Amerika leveren daarvan op nieuw het bewijs, dat het
opdringen van nieuwe instellingen en gebruiken, van eene vreemde,
laat het zijn hoogere beschaving, den ondergang en den dood van een
volk ten gevolge kan hebben.
Wij moeten met een enkel woord gewag maken van de vrouwen van gemengd
bloed, die tot de voornaamste bekoorlijkheden van Merida en andere
steden van Yucatan behooren. Deze mestiezen vormen als het ware eene
kaste op zich zelve en schijnen zonder morren de geringschatting te
dragen, waarmede zij over het algemeen behandeld worden; zij weten
zich echter op verschillende wijze daarover te wreken, waarbij de
bekoorlijkheid der vrouwen van geen geringe dienst is. Deze vrouwen
schijnen allen mooi, en al zijn ze niet werkelijk mooi, hebben zij
toch eene bijna onwederstaanbare aantrekkelijkheid. Dat is zeker
voor een groot deel toe te schrijven aan haar smaakvol kostuum,
bestaande uit eene wijde tunica met korte mouwen, en op de borst
vierkant uitgesneden. Deze tunica, _uipile_ genoemd, is van boven
en van onderen versierd met roode, groene, of blauwe borduursels,
bloemen, bladeren, vogels, en heeft, evenals de uitstaande rok,
een breeden zoom van kant. Zij steken een zilveren haarspeld door
haar prachtig, gitzwart haar, dat in twee zware tressen is verdeeld;
haar vingers zijn overladen met ringen, en om haar hals dragen zij
lange gouden kettingen, vaak haar geheele fortuin.
Deze mestiezen wonen in de voorsteden, in kleine langwerpige
huisjes met rieten daken; de buitenmuren zijn doorgaans met schuine
ruiten versierd, bezaaid met kleine steentjes op de kruispunten
der lijnen. Zulk eene hut heeft stellig zeer veel overeenkomst met
de woningen der Mayas in den tijd voor de verovering; de wijze van
decoratie herinnert ook aan het beeldhouwwerk der oude paleizen. Van
binnen vindt men geen andere meubelen dan een hangmat, een paar koffers
tot berging van de kleedingstukken bij feestelijke gelegenheden,
en een _butaca_, een kleinen fauteuil met eene lage rugleuning en
met leer bekleed.--Deze voorsteden zijn inderdaad bosschen: bij
iedere woning behoort een terrein van omstreeks een tiende bunder,
beplant met eene bijzondere soort van boom, _ramon_ genoemd, waarvan
de bladeren tot voedsel dienen voor de lastdieren.
Men leeft over het algemeen te Merida zeer stil en huiselijk; de
dames gaan weinig uit; men z
|