jaartelling? Het verhaal van Landa
moet iedereen de oogen openen. De stad was tijdens de verovering nog
betrekkelijk jong, en ongetwijfeld bewoond toen Francisco de Montejo
haar voor het eerst in 1527 bezette: immers in 1560 werden de tempels
nog door de geloovigen bezocht.
Van den heiligen cenote begeven wij ons naar de Kaatsbaan, het
voornaamste en het best bewaard gebleven van al dergelijke gebouwen,
die voor het bij uitnemendheid nationale spel der Indianen waren
bestemd. Het bestond uit twee evenwijdig loopende, zware gemetselde
muren, ongeveer honderd el lang en tien el dik; de afstand tusschen
de muren bedraagt vijf-en-dertig el. Aan het uiteinde dier muren
bevinden zich twee kleine gebouwtjes, waarvan dat aan de noordzijde
slechts een enkel vertrek bevat, van eene op zuilen rustende galerij
of portiek voorzien, waar de aanzienlijke heeren, beveiligd tegen de
brandende zonnestralen, op hun gemak het spel konden gadeslaan. Over
de architektuur en de uitwendige dekoratie van dat gebouwtje kunnen
wij in den tegenwoordigen toestand geen oordeel meer vellen; maar van
binnen was het zeer rijk versierd: de zuilen en muren zijn geheel
met bas-reliefs bedekt, die echter door den tijd in hooge mate
geleden hebben.
Dit groote monument alleen, waarvan alle geschiedschrijvers melding
maken en dat zij Tlachtli en Tlachco noemen, is op zich zelf reeds
een afdoend bewijs voor den tolteekschen invloed in Yucatan, want dit
gebouw komt geheel overeen met de voor het kaatsspel bestemde lokalen
op de hoogvlakten. De groote afmetingen en de rijke versiering van
den Tlachtli te Chichen-Itza, waarvan wij bereids eene proeve hebben
gegeven (zie bladz. 36), leveren ons het bewijs, dat het geliefkoosde
spel van de bewoners der hoogvlakten in Yucatan niet minder in eere
werd gehouden.
Wij mogen Chichen-Itza niet verlaten, zonder nog te spreken van de
beide beelden, op de bladz. 33 en 35 afgebeeld. Het eene is afkomstig
van Chichen, waar het eenige jaren geleden gevonden werd; het andere
is afkomstig uit den omtrek van Tlascala in de onmiddellijke nabijheid
van Mexiko: alzoo op grooten afstand van het eerste. Naar de meening
van doctor Hamy, waarmede ik mij geheel kan vereenigen, stellen de
beide beelden den tolteekschen god Tlaloc voor, den god van den regen
en den overvloed.
Een enkele blik op de beide beelden is voldoende om ons te overtuigen,
dat zij denzelfden persoon moeten voorstellen. Het verschil in de wijze
van bewerking
|