FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84  
85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   >>  
t het oog verliest, maar hem zijn geluk vergeeft: want, zegt hij, hij is zachtaardig, dienstvaardig, bescheiden en hij poetst onze laarzen beter dan iemand anders. Deze min of meer kwaadaardige opmerking gaat verloren onder een onbeschrijfelijk gerucht: daar is een twist uitgebarsten, doorgaans het gevolg van gekrenkten minnenijd, die zich wreekt door een dolkstoot of een pistoolschot. Eensklaps knalt een schot te midden der menigte: algemeene verwarring en luid geschreeuw van de dansers; men schiet toe; de moordenaar wordt gevat door eenige vrienden, die hem zeer kalm naar het politie-bureau brengen. Het slachtoffer, aan de linkerzijde van het hoofd getroffen, zakt in elkaar; men draagt hem weg, en het bal gaat, na deze kleine stoornis, weer zijn gang. Eindelijk verschijnt eene kleine stoomboot, die de rivier moet opvaren, de kapitein wil ons wel opnemen, maar zonder zich tot iets te verbinden en zonder te zeggen, waar hij ons zal afzetten. Ook kunnen wij geen prijs te weten te komen; men zal niet meer van ons vragen dan billijk is: maar dat billijke zal wel zoo hoog mogelijk gesteld worden: wij ondervonden dat later. Wij vertrekken; maar reeds den volgenden dag, te Jonuta, vindt de kapitein den waterstand onrustwekkend laag: hij aarzelt, of hij de reis wel zal voortzetten! Onze dringende verzoeken laten hem tamelijk onverschillig; eindelijk besluit hij toch voort te stoomen, vooral omdat hij eene groote sloep op sleeptouw heeft genomen, vol Indianen en koopwaren. Deze sloep is intusschen eene belemmering te meer voor onze vaart; en toen het avond geworden was, voeren wij zoo in den blinde door de ondiepe rivier, dat wij omstreeks middernacht aan den grond raakten. Wij ontwaken door den schok: het kwaad is geschied. Te vergeefs laat de machinist zijne machine voor- en achteruit werken: wij zitten als een muur. Tot overmaat van ramp heeft het sleeptouw zich om de schroef gewikkeld, zoodat iedere beweging onmogelijk is. Wij zijn op tien mijlen afstands van iedere menschelijke woning, en wanneer het water nog meer zakt, hebben wij het aangename vooruitzicht, dat wij in deze positie den was van het volgende saizoen kunnen afwachten. De dag breekt aan, en het geval blijkt minder hopeloos: de bemanning gaat te water, en de kapitein, met een mes gewapend, duikt onder om het touw door te snijden dat de schroef omklemt. Deze begint weer te werken, en nu komt er ook beweging in de boot; omstreeks tien uren raken wij weer v
PREV.   NEXT  
|<   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84  
85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   >>  



Top keywords:

kapitein

 

omstreeks

 
beweging
 

rivier

 

werken

 

iedere

 
kunnen
 
zonder
 

kleine

 
sleeptouw

schroef

 
tamelijk
 

ondiepe

 

middernacht

 

dringende

 

blinde

 

voeren

 
verzoeken
 

geworden

 
genomen

raakten

 

besluit

 

eindelijk

 

groote

 

vooral

 

Indianen

 

stoomen

 

belemmering

 

voortzetten

 
onverschillig

koopwaren
 

intusschen

 

minder

 

blijkt

 

hopeloos

 
bemanning
 

breekt

 

volgende

 
positie
 
saizoen

afwachten

 

gewapend

 

snijden

 

omklemt

 

begint

 

vooruitzicht

 

aangename

 

machine

 

achteruit

 

zitten