nieuwe ondernemer die ten einde zich werklieden te verschaffen;
zoo kost iedere arbeider twee-, drie- tot vijfduizend francs; en
somwijlen heeft men twee- tot driehonderd man noodig. Ge ziet dus,
dat de ondernemer over kapitaal moet kunnen beschikken.
De arbeiders begeven zich op weg, en worden door den montero naar de
bepaalde plaats geleid. Daar, midden in het woud, op dertig, veertig,
zestig mijlen van iedere menschelijke woning, worden de ranchos
opgeslagen, en rusteloos heen en weer trekkende konvooien voorzien
de nieuwe kolonie van de noodige werktuigen en levensmiddelen. Dat
is nog niet alles; de boomen worden geveld; men ontdoet ze van het
spint--het zachte hout onder de schors--; men zaagt ze in blokken,
en de kostbare waar groeit tot stapels: maar de rivier is verre, en de
stammen staan op vrij grooten afstand van elkander: bijna voor iederen
stam moet een pad gebaand worden! En wie zal ze vervoeren? Ossen;
maar ossen zijn in de provincie nog zeldzamer dan mannen; men moet
ze dus gaan halen aan gene zijde van de Cordillera, in de vlakten van
Chiapas, op honderd-vijftig mijlen afstands. Zij zijn daar niet duur:
voor twintig piasters (honderd francs), kan men zeer goede beesten
hebben; maar de afstand, de bezwaren van de reis, het onvoldoende
voedsel doen de kudde dikwijls tot op een vierde slinken; het woud
ligt bezaaid met lijken, en de weinige ossen, die eindelijk behouden
ter bestemder plaatse aankomen, verkeeren in een zeer ellendigen
toestand en kosten ieder meer dan vierhonderd francs.
Maar ook nu houdt de sterfte nog aan: vele dieren bezwijken ten
gevolge van vermoeienis en het ongewone, ontoereikende voedsel,
dat hoofdzakelijk uit bladeren en _ramon_ bestaat. Bovendien maken
de arbeiders, die hun honger naar versch vleesch moeilijk kunnen
bedwingen, dikwijls met opzet dat er een ongeluk gebeurt, zoodat een
os moet worden gedood. Telkens moeten nieuwe dieren worden aangevoerd,
en het blok mahoniehout wordt aardig duur.
Eindelijk is de oever der rivier bereikt. Daar wordt elk blok aan
de zes kanten met een cijfer gemerkt, en van den hoogen oever in de
bedding geworpen. Bij den eerstvolgenden was zal het water al die
blokken medevoeren; blijft er bij ongeluk een hier en daar, op een
rots of in een bocht van den oever vastzitten, dan wordt het toch in
het volgende jaar medegevoerd.
In den tijd als de wateren der rivier zwellen, begeven de Indianen
van Tenosique zich met lichte kanos naar de plaats,
|