ijftig el breede voorgevel met zijne alles
overstelpende dekoratie moet een zonderlingen indruk hebben gemaakt.
Evenals alle monumenten in Yucatan, verrees ook dit paleis op
eene pyramide van twee verdiepingen; voor het gebouw strekte zich
eene ruime esplanade uit, waarop zich ter wederzijde twee breede
waterbakken bevonden en in het midden de zuil voor de strafoefeningen,
de _picote_. Het inwendige van het paleis bevat eene dubbele reeks
van zalen, de schoonste, die wij nog gezien hebben. Zij hebben eene
lengte van ongeveer negen, bij eene breedte van ruim drie el, en zijn
zes el hoog. In alle zalen waren de wanden beschilderd en met beelden
en opschriften bedekt, zoo als blijkt uit de brokstukken die ons nog
zijn overgebleven: het is zelfs waarschijnlijk, dat de gebouwen geheel
beschilderd waren. De polychromie was dus bij de Yucateken in gebruik,
even als bij de volken der oude wereld. Ook bij hen werd, even als
in de klassieke oudheid, de schilderkunst nooit van de bouwkunst
gescheiden: die beide kunsten vulden elkander aan, en hetgeen wij nu
eene schilderij noemen, bekleedde toen slechts eene zeer onderschikte
plaats. Ook hier besteedde de kunstenaar zijne voornaamste zorg aan
de uitwendige dekoratie; en die levendige sprekende kleuren, in zoo
weelderigen rijkdom aangebracht op de breede gevels, moeten, met de
warreling der monsterachtige figuren, niet weinig hebben bijgedragen
tot verhooging van de zeker echt barbaarsche pracht dezer wonderlijke
gebouwen.
Het tweede paleis ligt honderd-vijftig el ten noordoosten van het
eerste; het verheft zich evenzoo op eene pyramide, en heeft ook
zijne esplanade met twee waterbakken en een _picote_; maar het staat
bovendien op een tweede terras, dat eene reeks zalen bevat, die geheel
zijn verwoest. In het midden bevindt zich de trap, gedragen door een
soort van gewelf, die toegang geeft tot het gebouw.
Dit zeer lage paleis--de hoogte bedraagt niet meer dan vijf
el--onderscheidt zich door zijn eenvoud, tegenover de overladen
versiering van het andere. De gevel, die bijna nog in zijn geheel
aanwezig is, heeft eene breedte van vijftig el; in dien gevel zijn
zeven openingen, waarvan twee toegang geven tot twee kleine en
nauwe vertrekjes. Het benedenste gedeelte van den muur is zonder
versiering; de fries boven de weinig uitstekende kroonlijst bestaat
uit kleine zuilen, bij drietallen gegroepeerd, met een vlakken muur
tusschenbeiden. Het achterste gedeelte van het paleis is ge
|