Chichen bezet. Herrera verzekert ook, dat na de verdeeling
van het land in onafhankelijke gewesten, de bevolking zich zoo sterk
vermenigvuldigde, dat het geheele land slechts eene enkele stad scheen;
men bouwde overal tempels en paleizen: "het is daarom dat er zoo velen
van zijn." Ook Landa zegt hetzelfde: ook hij verzekert dat de bevolking
buitengewoon toenam en dat er tempels in menigte gebouwd werden,
"zoodat men die heden nog overal ziet, en dat men in de bosschen,
te midden van het woud, groepen van huizen en verwonderlijk schoon
bewerkte paleizen vindt."
De monumenten, waarvan wij de ruinen nog heden kunnen bestudeeren,
zijn dus in geenen deele uit lang vervlogen eeuwen, uit voorhistorische
tijden afkomstig.
De weg van Kabah naar Santa-Helena is een der beste, die wij nog
ontmoet hebben: hij is vrij breed, goed belommerd en niet al te
oneffen. Was deze bruikbare weg voor ons reeds eene verrassing,
eene nog grootere wachtte ons, toen wij het prachtige indiaansche
dorp Santa-Helena bereikten.
Dit dorp beslaat eene aanzienlijke uitgestrektheid gronds, die,
even als eene nieuwerwetsche stad, in regelmatige vierkante
vakken is verdeeld; elk vak, met groote boomen beplant, is weder
gesplitst in perceelen van ongeveer tweeduizend el in oppervlakte,
omringd door muren van gedroogden steen, waarop de woning van den
eigenaar staat. Eenige bloeiende heesters en vruchtboomen vormen
kleine bosschages, en nabij de woning ziet ge een soort van groote
horde van rijswerk, twee meter in het vierkant en op palen rustende,
waarover een laag teelaarde is gespreid. In dit hangende tuintje
kweekt de eigenaar bloemen en eenige groenten. Een zwerm van gevogelte
stoffeert het stille plekje: het gekakel van kippen, het gekwaak van
eenden en het geklok van kalkoenen vermengt zich met het geknor van
varkens. Alles teekent welvaart, bijna overvloed.
Dit dorp was voor mij bijna eene openbaring uit het verleden. Zoo moet,
zeide ik tot mij zelven, een dorp der Mayas er hebben uitgezien. Uit
hetgeen wij voor oogen hebben, kunnen wij zonder moeite en met meer dan
waarschijnlijkheid tot de vroegere toestanden besluiten; de eeuwenoude
traditien, de overgeerfde begrippen en voorstellingen, geheel de
omgeving oefenen een zoo machtigen invloed op de menschen uit, dat er
in de indiaansche organisatie niet veel veranderd kan zijn. Van waar
zou ook zulke verandering gekomen zijn? De Spanjaarden hebben wel,
ook in Yucatan, hunne godsdienst ingevoe
|