woning van voorheen: er heerscht thans leven
en beweging, en overal is alles in volle werkzaamheid. In plaats van
eene eenvoudige hut, aanschouwt ge een statig gebouw, dat ruime zalen
en vertrekken bevat en met eene op kolommen rustende veranda prijkt. In
de werkplaats zijn dag en nacht honderden Indianen aan den arbeid; een
spoorweg loopt van de hacienda naar de plantages en de met muildieren
bespannen wagens voeren onophoudelijk vrachten suikerriet aan; er is
een rustelooze beweging, een komen en gaan van menschen en paarden
en vee: alles teekent leven en welvaart. Maar evenals vroeger, is de
woning ongezond; en de majordomo klaagt bitter over de sluipkoortsen,
die zijne gezondheid ondermijnen.
De ruinen zijn twee mijlen van de hacienda verwijderd.
Uxmal, de mededingster van Chichen, is reeds meermalen beschreven;
wij zullen ons dus hier tot het voornaamste bepalen. Daaronder komt
de eerste plaats toe aan het zoogenaamde paleis van den gouverneur,
buiten kijf het grootste en het prachtigste van alle oude monumenten
in Amerika; zijne ligging op drie opeenvolgende terrassen verhoogt nog
het effekt van dit tegelijk sobere en rijke gebouw. Hoewel sedert drie
eeuwen verlaten, schijnt dit paleis nog bijna nieuw; het zou geheel
ongeschonden zijn, indien de vroegere eigenaars niet de steenen van
het onderste gedeelte hadden laten weghalen om daarmede hunne hacienda
te bouwen.
Het zoogenaamde paleis der nonnen beslaat een groot parallelogram,
gevormd door vier fraaie gebouwen, wier bij uitnemendheid rijke
ornamentatie aanstonds de aandacht trekt. De noordelijke vleugel van
dit paleis bevat een stuk van een kleiner en ongetwijfeld ouder gebouw:
naar men vermoedt, zou dit het overblijfsel zijn van een paleis,
dat deel uitmaakte van eene vroegere stad Uxmal, die, naar men zegt,
verwoest werd. Het laatste paleis dagteekent vermoedelijk uit den
tijd na den val van Mayapan.
Het huis van den Dwerg, ook het huis van den Waarzegger genoemd,
is een zeer fraaie tempel op den top eener zeer steile pyramide,
die eene hoogte bereikt van bijkans honderd voet. De tempel bestaat
uit twee gedeelten: het eene staat op het bovenste terras; het
andere is bij wijze van souterrain daartegen aangebouwd en met den
gevel naar het westen gekeerd. Deze soort van kapel was zeer rijk
versierd en waarschijnlijk aan den dienst van een der voornaamste
goden gewijd. Twee groote trappen, een ten oosten en een ten westen,
voeren naar de beide gebouwen.
|