komen wij te Campeche. Daar het bootje maar zeer weinig diepgang heeft,
kunnen wij dicht genoeg de kust naderen om het panorama van de stad
te kunnen genieten; grootere stoomschepen moeten ook hier, even als
te Progreso, het anker uitwerpen op vier mijlen afstands van de kust,
van waar men ter nauwernood het land kan zien.
Campeche werd gebouwd op de plek, waar eene oude indiaansche stad
stond, en waar Antonio de Cordova zich ophield bij zijne eerste
ongelukkige expeditie van 1517. De Indianen kwamen de vreemdelingen
tegemoet, en, zegt Bernal Diaz del Castillo, "zij geleidden ons
naar zeer uitgestrekte gebouwen, die de kapellen van hunne goden
bevatten. Op de muren dier gebouwen zag men bas-reliefs, reusachtige
slangen verbeeldende; daarnaast, geschilderde afbeeldingen van
goden, rondom een soort van altaar, waarop nog versche bloeddroppelen
zichtbaar waren. Een groot aantal mannen en vrouwen kwamen naderbij,
glimlachende en vriendelijk; naar het scheen, enkel gedreven door
de begeerte om ons te zien."--Maar het tooneel veranderde weldra:
men bracht vuurpotten, waarin geurig riet brandde, en priesters,
wier haren doortrokken waren van bloed, beduidden den Spanjaarden dat
zij deze kust moesten verlaten, eer de vuurpotten waren uitgebrand,
anders zouden zij vermoord worden. De Spanjaarden verwijderden zich
aanstonds, en keerden eerst in 1541 te Campeche terug. Tempels en
pyramiden zijn sedert lang verdwenen, maar zoowel deze gebouwen als de
eigenaardige versiering, de zonderlinge ceremonien, die priesters met
hunne bloedige haren--dit alles herinnert ons levendig aan Mexico. Wat
is er van die tempels en pyramiden geworden? Als alle gebouwen langs
de kust of in de onmiddellijke nabijheid der spaansche nederzettingen,
zijn zij van de aarde verdwenen; zij behoorden tot dezelfde bouworde
als de monumenten in het binnenland, die aan de vernielingswoede der
veroveraars ontsnapten en die, zij het ook als ruinen, nog bestaan.
Toen Campeche later de rijkste stad van Yucatan was geworden, werd
zij bij herhaling door fransche en engelsehe zeeschuimers geplunderd;
om de stad tegen die bijna periodiek wederkeerende rooverijen te
beveiligen, omgaf men haar met een zwaren muur en bracht haar in
staat van tegenweer. Die muur, waaraan de stad toen hare veiligheid
dankte, beknelt en benauwt haar nu, en verhindert hare uitbreiding. Het
voorkomen van Campeche verschilt van dat van Merida: de kromme bochtige
straten der voorsteden, de gra
|