teden der
Tolteken, Teotihuacan en Cholula.
Volgens Lizana droeg deze groote pyramide den naam van Kinich-Kakmo,
omdat op den top een tempel stond, waarin het beeld van een afgod,
die aldus werd genoemd. Deze naam zou zooveel beteekenen als: "Zon,
met het vurig stralende gelaat." De tempel was dus een zonnetempel,
met de daarbij behoorende pyramide, evenals te Teotihuacan.
Ten zuiden van deze pyramide verrees eene andere, niet minder breed,
maar eindigende in een terras en dus minder hoog dan de eerste;
zij heette Ppapp-Hol-Chac, dat wil zeggen: "Huis der hoofden en der
bliksemstralen." Daar woonden de priesters, vermoedelijk in een fraai
paleis, zoo als men die ook in andere steden vindt. De Spanjaarden
bouwden op die plek een aan Sint-Franciscus gewijd klooster, benevens
de parochiale kerk, die zeer mooi is.
De derde pyramide, ten oosten, droeg een tempel toegewijd aan
Ytzama-ul, Itzamna of Zamna, den legendarischen stichter van de stad
Izamal. "Deze koning of deze afgod, zegt Landa, werd door de Indianen
voorgesteld onder de gedaante van eene hand; zij beweren dat men
de zieken en zelfs de dooden tot hem bracht en dat de god hen door
de aanraking met zijne hand genas of weder tot het leven opwekte;
daarom noemde men den tempel Kab-ul, hetgeen beteekent de werkzame,
de wondervolle hand."--Deze tempel, waar zoo vele wonderen gewrocht
werden, was het doel van scharen van bedevaartgangers: daarom had men
naar de vier windstreken groote wegen of heerbanen aangelegd, die tot
aan de grenzen van het land waren doorgetrokken en naar Guatemela,
naar Chiapas en naar Tabasco voerden. Nog heden, zegt onze schrijver,
vindt men op verscheidene plaatsen sporen van die wegen.
Wij zelven hebben de overblijfselen gevonden van den met cement
geplaveiden weg, die van Izamal naar den oever der zee liep, tegenover
het eiland Cozumel. Wij moeten hierbij opmerken, dat deze manier van
wegen te maken bij voorkeur aan de Tolteken eigen was, zoo als wij
reeds vroeger in de gelegenheid waren te constateeren.
In den naam van den tempel, Kab-ul, de werkzame hand, herkennen
wij zonder moeite Hueman, de lange handen, het groote opperhoofd
en de wetgever der Tolteken van Tula, die door verschillende
geschiedschrijvers voor denzelfden gehouden wordt als Quetzalcoatl,
dien wij in Yucatan terugvinden onder den naam van Cuculkan, hetgeen
hetzelfde beteekent.
De vierde, meer voorwaarts gelegen pyramide droeg de woning van den
opperbevelhebber
|