rsten kommandant van den post te Vaitahoe,
die, met den luitenant ter zee Lafont-Ladebat, sneuvelde, terwijl
hij de fransche nederzetting moedig verdedigde tegen een aanval der
inboorlingen.
Van de plek waar wij ons nu bevinden, kunnen wij de geheele baai
in alle bijzonderheden overzien. De anders vrij stille haven wordt
nu verlevendigd door onze sloepen, die water gaan halen, en door de
prauwen der eilanders, die naar het schip roeien.
Wij keeren op onze schreden terug, en houden stil voor de inrichting
der katholieke missie, waaruit ons in de landtaal liederen
tegenklinken, die mij aan onze eigene gewijde kerkliederen denken
doen. Een blik naar binnen werpende, zie ik onzen kommandant,
die eene uitnoodiging had ontvangen om tegenwoordig te zijn bij de
prijsuitdeeling op de school, welke door een fransch geestelijke
bestuurd wordt. Wij bleven luisteren tot het op deze plek inderdaad
aandoenlijke gezang zweeg, en vervolgden onzen weg langs de ruinen
der oude kazerne, waarvan de muren nog de sporen vertoonen van de
kogels der inlanders.
Ik bezoek daarop eenige vrij nette hutten. Niemand duidt het u
hier ten kwade, als ge, ook zonder genoodigd te zijn, eene woning
binnentreedt. Het meubilair in die hutten is uiterst sober: aan het
dak hangen de groote zakken, waarin de staatsiekleederen en sieraden
geborgen zijn; voorts manden, waarin de hoofdtooisels van hanevederen
worden bewaard; eene soort van kaarsen, van de noten van de aleurites
triloba vervaardigd. Vischtuig, wapenen, houten kannen en potten
van verschillende grootte, messen, flesschen en andere europeesche
gereedschappen voltooien het ameublement.
Wij keeren naar Hiwa-Oa terug, waar wij het anker uitwerpen in de baai
van Taahoekoe, waar zich de katholieke missie bevindt. De bewoners
van dit gedeelte des eilands zijn zeer onrustig van aard. Als zij door
den drank opgewonden zijn, geven zij zich aan allerlei uitspattingen
over en bedrijven de grootste wanordelijkheden.
Den volgenden dag waren wij weder te Taio-Hae. Alvorens het eiland
Noekoe-Hiwa te verlaten, wenschte ik mijne opwachting te maken bij
de koningin, die eene fraaie, ruime hut bewoont aan de westzijde
van de baai. Deze koninklijke residentie ligt te midden van groote
boomen, waarboven eenige kokospalmen hunne sierlijke waaiers
verheffen. De heer M...., die de koningin kende, is bereid mij aan
haar voor te stellen. Zij ontvangt ons zeer vriendelijk, en laat
versche kokosnoten openen, om met
|