ne schoonzuster vehine (vrouw, echtgenoote), krachtens een
oud gebruik, volgens hetwelk hij, bij ontstentenis van zijne eigene
vrouw, hare zuster als zoodanig mag beschouwen.
"Met deze adoptie van bloedverwanten hangt nog een ander gebruik
samen: de verwisseling van naam met een vriend, waardoor de
vriendschapsbetrekking van veel inniger aard wordt. De gewone vriend
(ehoa) heeft slechts aanspraak op eene gewone vriendschappelijke
bejegening, maar aan zijn ikoa (letterlijk, naam) mag men niets
weigeren. Deze naamsverwisseling heeft doorgaans ten doel, zich
een beschermer, een bondgenoot, een makker te verzekeren, hetzij in
geval van oorlog, bij het ondernemen van een reis, of voor andere
gewichtige gelegenheden.
"Het huwelijk is niets meer dan eene onderlinge overeenkomst tusschen
den man en de vrouw; het wordt even gemakkelijk ontbonden als
gesloten. De geboorte van een kind gaat met geenerlei plechtigheden
gepaard; nauwelijks heeft het kind het daglicht aanschouwd, of men
baadt het in koud water, terwijl de moeder een schotel warme popoi
te eten krijgt. De zuigeling wordt bijna dadelijk aan het eten van
popoi gewend, ten gevolge waarvan het kind op zeer jeugdigen leeftijd
gespeend kan worden. Ik geloof niet dat de kinderen ergens ter wereld
gelukkiger zijn dan op de Markiezen-eilanden: zij mogen letterlijk
alles doen wat zij willen; men hoort ze dan ook zeer zelden schreien.
"Veelwijverij is zeldzaam; slechts enkele opperhoofden hebben meer
dan eene vrouw, maar het is niet zoo ongewoon, dat eene vrouw met
twee mannen in vrede en vriendschap leeft.
"Men heeft de bewoners der Markiezen-eilanden van ongehoorde wreedheid
beschuldigd, en ten bewijze daarvan zich op feiten beroepen, die
deze beschuldiging schijnen te staven; maar men moet niet vergeten,
dat de eilanders in de meeste gevallen niet anders deden dan zich
wreken over geleden onrecht. Hoe vele inlanders zijn niet, zonder een
schijn van recht, gestolen en opgelicht, om de onvolledige bemanning
van een walvischvaarder te kompleteeren! Hoe talloos vele malen
hebben de zeevaarders hen niet op alle mogelijke manieren misleid,
bedrogen en mishandeld! Natuurlijk moesten dan de eerste blanken,
die in handen van den beleedigden stam vielen, het ontgelden. Wij
zouden honderd voorbeelden kunnen noemen, waarin het ongelijk niet
kwam van de zijde der inlanders, maar wel degelijk van hen, die zich
beschaafde lieden noemen.
"Te Taio-Hae, waar wij sedert 1842 voortdu
|