evallen, met menschenoffers gepaard, die op het genoemde
eiland niet kunnen plaats hebben. In plaats van menschen offert men
daar zeeschildpadden, honden en varkens.
"In het gewone leven zijn de inlanders in het minst niet uitgelaten of
bijzonder spraakzaam, veeleer het tegendeel. Als zij u Kaoha! (goeden
dag) gewenscht, en u gevraagd hebben van waar gij komt en waarheen
gij gaat, dan stokt het gesprek. In den beginne zijn zij wantrouwend,
zoo als alle wilden; maar wanneer zij de personen, met wie zij in
aanraking komen, beter hebben leeren kennen, dan vermindert dit
wantrouwen zeer. Zij zijn zeer gastvrij; het is een zachtaardig
en goedhartig ras, maar dat ik overigens niet beter zou weten te
kenschetsen dan door het woord negatief. Die natuurkinderen, waarmede
de oppervlakkige, door en door onwetenschappelijke filosofie der vorige
eeuw zoo ontzaglijk veel op had, staan, uit een zedelijk oogpunt,
onbegrijpelijk laag. Liefde, vriendschap, de tedere banden der familie,
en al die hoogere aandoeningen en gevoelens, die wij als den mensch
ingeschapen beschouwen, zijn voor hen goeddeels onbekende klanken. De
zoon trekt zich den dood des vaders in het minst niet aan; de moeder
ziet met kalme onverschilligheid haar kind sterven, dat doorgaans,
reeds bij het oogenblik zijner geboorte, aan vreemde handen wordt
toevertrouwd. Nooit zal de vriend zijn vriend eenig teeken of bewijs
van genegenheid geven; alleen de physieke behoefte schijnt hen tot
elkander te brengen, zekere banden tusschen hen te knoopen en hen
tot gemeenschappelijk handelen te bewegen.
"Lang voor de geboorte van een kind, is er als het ware een onderlinge
wedstrijd wie dat kind zal aannemen. Zeer zelden toch gebeurt het,
dat een kind werkelijk door zijne ouders wordt opgevoed; de familie,
in den zin dien wij aan dat woord hechten, bestaat dan ook hier
niet. Deze zonderlinge gewoonte, die waarschijnlijk haar ontstaan te
danken heeft aan de behoefte om verbindtenisson aan te knoopen met
andere familien en stammen, is de oorzaak van groote verwarring in
de bloedverwantschap. Behalve deze adoptie van pas geboren kinderen,
bestaat er ook nog eene adoptie tusschen lieden van beiderlei kunne
en van allerlei leeftijd; het is niets ongewoons, een kind den vader
of grootvader van een grijsaard te hooren noemen. De neven worden
beschouwd als de echte of aangenomen kinderen van den oom of de
tante. Broeders en neven worden met hetzelfde woord aangeduid. De man
noemt zij
|