n-twintig jaar geleden, tijdens het bestuur van den heer Bonard,
werd te Papeete eene algemeene vergadering gehouden van afgevaardigden
van alle eilanden, die onder het fransche protektoraat staan. De
afgevaardigden van den archipel kwamen daarin met nadruk op tegen de
benaming van Paumotoe (onderworpen eilanden), weleer aan deze eilanden
gegeven door de bewoners van Tahiti, die ze door de wapenen hadden
veroverd. Op hun aandrang sprak de vergadering den wensch uit, dat
de oostelijke archipel voortaan niet anders zou worden genoemd dan
Toeamotoe (verre eilanden). De fransche overheid, aan dien wensch
gehoor gevende, heeft dan ook, sedert 1852, aan dezen archipel, in
officieele stukken, geen anderen naam gegeven dan dien van Toeamotoe.
De resident verschijnt bij ons aan boord, om het ontbijt te gebruiken
en onzen kommandant te bezoeken. Na afloop van het ontbijt laten wij
ons in eene sloep aan land roeien.
Het dorp Toeahora is op de smalle zandige landtong gebouwd, die
het binnenmeer van de zee scheidt, ter wederzijde van een witten
weg, waarvan de felle weerschijn, bij het blakerende zonnelicht,
ons haast de oogen verblindt. Met het toenemen der welvaart heeft de
ontwikkeling der behoefte aan meerder levensgemak en die der nijverheid
onder de inlanders gelijken tred gehouden: gaandeweg hebben zij hunne
armzalige hutten vervangen door aardige woningen, met palmbladeren
bedekt; deze woningen staan meestal op blokken koraal. De stijlen,
de lijsten, de deuren en vensters zijn vervaardigd van het hout van
den boom, wiens bladeren tot bedekking dienen; de ruimte tusschen de
stijlen wordt aangevuld door een vlechtwerk van kokosbladeren. In
sommigen dezer woningen vindt men bedden, behoorlijk van matten en
muskietenschermen voorzien.
Nabij deze woningen wordt onze aandacht getrokken door groote
kloven of uithollingen in het koraal. Deze kuilen of kloven hebben
eene diepte van vier tot vijf el, zijn zes tot zeven el breed, en
omstreeks vijftien el lang. De inlanders verzamelen daar een weinig
aarde, en maken dan van die droge grachten een soort van tuinen,
waarin zij uitmuntende taro (arum esculentum), suikerriet, bananen,
ananassen en tabak kweeken.
Na eene vrij langdurige wandeling door het dorp Toeahora, waar wij
overal met groote vriendelijkheid bejegend worden, begeven wij ons
naar het residentshuis, om daar, uitgeput van de hitte en vermoeienis,
een weinig te rusten. De resident, de heer Mariot, luitenant ter
ze
|