aai, waar eenige rotsen een soort
van natuurlijke kom vormen. Langs een smallen, glibberigen weg, half
door de overhangende rotsen overschaduwd, bereiken wij, niet zonder
een paar keer uitgegleden te zijn, de eerste huizen van het dorp.
Onze komst heeft de gansche bevolking op de been gebracht en weldra
zijn wij door eene menigte inboorlingen omringd. Gewoonlijk gaan de
eilanders bijna geheel naakt, zonder andere kleeding dan een lap,
die, om de heupen gewonden, tusschen de beenen doorgestoken en van
achteren vastgeknoopt wordt. Dit kleedingstuk draagt den naam van hami,
en wordt doorgaans vervaardigd van katoen of van een soort van stof,
tapa genoemd, die uit boomschors bereid wordt en dikwijls met niet
onaardige figuren versierd is. Maar voor deze gelegenheid hebben zij
hun feestgewaad aangetrokken: wel te verstaan, niet de kleederen,
die zij zelven voor plechtige gelegenheden vervaardigen, maar de
europeesche afleggers, die zij zich hebben aangeschaft, of wel de
bevallige kleeding van Tahiti.
De bewoners der Markiezen-eilanden, even als bijna alle inboorlingen
van centraal Polynesie, hebben lang, zacht hair, dat zij met een
lint of band opbinden, zoodat zij aan iedere zijde van het hoofd een
soort van vlecht of chignon dragen. De ongunstige indruk dien hun
laag, wijkend voorhoofd maakt, wordt opgewogen door de levendige
uitdrukking van hunne fraaie zwarte oogen. Over het algemeen zijn
de gelaatstrekken der mannen regelmatiger dan die van de vrouwen;
en is men eenmaal gewend aan hun leelijk tatoueersel, dan wordt men
dikwijls getroffen door de onloochenbare schoonheid van verscheidene
jonge mannen. Bijna allen scheeren zich het gelaat en een deel van het
hoofd; waar scheermessen nog onbekend zijn, gebruikt men tot dat einde
een tand van een haai, in een stuk staal of glas gevat. De grijsaards
laten hun baard groeien; doorgaans geschiedt dit uit winzucht, want
de witte hairen worden zeer duur verkocht, om er sieraden van te maken.
Sommige inlanders dragen hun hair aan de eene zijde van het
hoofd saamgevlochten en versierd met tanden van bruinvisschen of
glaskoralen. Dit is het teeken, dat zij een veete hebben, en een vijand
moeten dooden; dergelijke veeten zijn in de familien erfelijk. In
den regel gaan de eilanders blootshoofds; somwijlen dekken zij zich
het hoofd met eene soort van muts, uit een palmblad vervaardigd.
Wij volgen een pad, dat ons bergopwaarts voert, naar het graf van den
kapitein Halley, den ee
|