Kongsemnerne_ ontstaat onder den
invloed van politieke idealen van den tijd, waarvoor de dichter warm
was. Dit laatste van Ibsen's historische drama's is dus door sterkere
banden aan vroegere historische drama's verbonden en heeft daarmee meer
gemeen dan met de eerstvolgende stukken, die zich met maatschappelijke
problemen bezighouden.
Bjornson heeft een heele reeks historische drama's geschreven: 1856
_Mellem Slagene_ (Tusschen de Gevechten), 1858 _Halte-Hulda_, 1861 _Kong
Sverre_, 1862 _Sigurd Slembe_, 1864 _Maria Stuart i Skotland_, 1872
_Sigurd Jorsalfar_ (Sigurd de Jeruzalem-reiziger). Bovendien behoort tot
de historiseerende romantiek de gedichtencyclus _Arnljot Gelline_
(1870). Afgezien van _Maria Stuart_ vallen al deze werken binnen het
kader der Noorweegsche geschiedenis. Een eigenaardig punt van
overeenstemming met de ontwikkeling van Ibsen's kunst bestaat hierin,
dat de beide eerste stukken tot eigenlijke stof
eene--gefingeerde--gebeurtenis uit het private leven hebben, terwijl pas
de volgende zich met historische persoonlijkheden bezig houden. In
_Mellem Slagene_ treedt wel is waar koning Sverre op, maar slechts als
deus ex machina in een rol, die zeker den historischen Sverre slecht
zou gepast hebben,--hij moet den vrede stichten tusschen twistende
echtelieden; feitelijk handelt het stuk over de gedeeldheid van een man
tusschen de plichten over zijn vrouw en over zijn vorst. _Halte-Hulda_
maakt alleen daardoor aanspraak op den titel 'historisch drama', dat de
handeling gezegd wordt, in de 13e eeuw te geschieden. Het conflict is
hier van gelijken aard als in _Hermaendene_, en het is hier gelijk daar
de invloed der saga-litteratuur, die werkzaam is geweest. Neemt men in
aanmerking, dat de tijdsafstand tusschen _Hermaendene_ en _Halte-Hulda_
nog geen jaar bedraagt, dan blijkt het wel, hoe op een bepaald oogenblik
de saga zich van de geesten had meester gemaakt. Haar te volgen, was de
natuurlijke taak van een dichter. Daarna wendt ook Bjornson zich tot het
publieke leven, dat--wanneer men een stof uit de oudheid
kiest,--natuurlijk geconcentreerd is in de vorsten. Dit is de lijn, die
men bij beide dichters kan volgen, van de familiesaga, die minder de
stof levert dan wel een wijze van behandeling aangeeft, naar de
koningensaga, aan welke nu ook de stof zelf ontleend wordt.
Maar bij deze uiterlijke overeenstemming tusschen de beide dichters
blijft het. Overigens is de gelijkenis tusschen de historische drama's
|