FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163  
164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   >>   >|  
n wij moeten, om vroegere kracht te behouden, ze opflikken met adjectiva, of er uit vreemde talen nieuwe voor in de plaats stellen. De taal is ook onoprecht geworden, gemaskerd, geblanket; valsche munt, geeft zij uit, als zij de beteekenissen verdraait en aan leelijke dingen schoone woorden schenkt. Het valt moeilijk te ontkennen, dat met den loop der beschaving deze verschijnselen gelijken tred hebben gehouden, en dat zij elkander op de hielen, zitten; ja, het is zeker eene vrij juist schijnende redeneering, de gekunsteldheid, de verbastering, de afwijking van de natuur aan de beschaving toe te schrijven. Wij hopen toch eene bevredigender uitkomst te vinden. * * * * * In de beschouwing van de hei was ik met u blijven staan. Verbeeld u mij later aan mijn landelijk maal van wat ik had medegenomen, een dergelijk als wij meermalen samen plachten te gebruiken op onze tochten, wanneer wij--gij met de lange blikken bus, door dien boer eens voor een verrekijker gehouden, over den schouder,--gingen herboriseeren. Ik was op het punt om van den bodem, die mij tot tafel en stoel strekte, op te rijzen, toen de stilte en het daardoor gewekte gevoel van eenzaamheid opeens verbroken werden door den klank van een klokje, een geritsel in de struiken, en twee geiten, niet ver van mij weidend, mijne oogen troffen. Eene tegenstrijdigheid moogt gij het misschien gaan noemen, en eene overwinning der gezelligheid op de afzondering, als ik u beken, dat dit teeken van levende wezens mij opeens eene gewaarwording van genoegen gaf. Doch het is ook waar, dat deze dieren en het meisje, dat ik iets verder ontwaarde, geen storende klanken waren in de stille natuurharmonie om mij heen, zij stemden er geheel mede samen. Ik kan niet zeggen, dat zij de stilte braken. Deze dieren zochten naar de jongste en zachtste planten, en dicht bij hen bespeurde ik een meisje, dat ze moest hoeden. Daar ik in half gerezen en half liggende houding door de hooge bremstruiken verborgen was, die met hun sappig groen hier en daar in groepen over den bodem. verspreid, eene schoone wisseling van kleur gaven aan het eentonige heikleed, zag zij mij niet. Het was een hoogst schilderachtig beeldje--het hoofd voorovergebogen, op een langen stok, om de geiten te drijven, tusschen schouder en arm leunend, het bovenlijf met een rooden doek omknoopt, waaruit de hoog opgestroopte hemdsmouwen kwamen, die de armen bloot en vrij lieten; de heupe
PREV.   NEXT  
|<   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163  
164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   >>   >|  



Top keywords:

beschaving

 

geiten

 
gehouden
 

schoone

 

meisje

 
dieren
 

schouder

 
stilte
 
opeens
 

levende


wezens
 

waaruit

 

gewaarwording

 

genoegen

 

klanken

 

stille

 

natuurharmonie

 

storende

 

teeken

 
verder

ontwaarde
 

omknoopt

 

troffen

 
tegenstrijdigheid
 
lieten
 

weidend

 

misschien

 
hemdsmouwen
 

opgestroopte

 

afzondering


kwamen
 

noemen

 

overwinning

 
gezelligheid
 

stemden

 

geheel

 

langen

 

voorovergebogen

 

sappig

 
verborgen

bremstruiken

 
drijven
 

houding

 
wisseling
 
verspreid
 

heikleed

 
hoogst
 

beeldje

 

schilderachtig

 
groepen