zekerheid geeft, dat de ontmoeting der beide
koningskinderen eene zaak is, die in het groote boek des tijds schijnt
voorspeld en gewild te zijn.
--Groote en wijze vorst! valt snel de geleerde Logarithmos in, die
hoogwijze sterrenwichelaar heeft u wat verhaald van twee kometen; zooals
alle halfgeleerden, die meer op instinct dan op kennis afgaan en meer
verbeelding dan verstand hebben, heeft hij u slechts de halve waarheid,
en die nog scheef, voorgesteld. Zeker, die twee kometen komen samen en
hare banen snijden elkander, maar als gij nu een oogenblik nadenkt,
begrijpt gij, dat die lijnen elkander slechts snijden voor een oogenblik
en dan weder verder dan ooit van elkander afgaan, en zoo dit dan een
voorteeken heeten moet, vind ik het een zeer slecht voorteeken. Ik bid
u, luister niet naar de grillige inbeeldingen van een gemoedelijken
dweper.
--Groote vorsten! hervat Aldebaran met verbeten woede, de waanwijsheid
van dezen zoogenaamden geleerde, die niets begrijpt dan wat hij
handtastelijk voor zich ziet, zal u weinig aan zijne woorden doen
hechten; gij proeft er den kouden cijferaar uit. Laat ons het symbool
behouden, waarin de peillooze diepte der wereldwijsheid hare
openbaringen in ons gemoed zendt, en daarnaar handelen.
--Edele koningen! zegt Logikos, hoort naar de stem van het verstand en
het gemoed zelve, en niet naar de eenzijdige formules, waarin die beide
geleerden deze twee hebben afgesloten. Gij, koning Sensorius! hebt eene
edele daad gedaan, door het eerst uwe toestemming te geven....
--Het zij zoo, spreekt Intellectus tot Sensorius, gij zijt mijn
vijand,,maar er is grootmoedigheid in uwe handeling; ik wil niet minder
zijn.
--En nu hebt ook gij, mijn koninklijke vader! eene edele daad verricht.
--Waar twee in eene edele daad overeenkomen, zegt Mimosa met hare
liefste stem, daar zijn zij een.
Toen kwamen de beide koningen vooruit en gaven elkander de hand ter
verzoening en ter verzekering van hun woord.
* * * * *
Zulk eene vreemde verwarring als er nu plaats had, was nog nooit gezien;
de beide kampen vereenigden zich, tenten werden overal opgeslagen en de
beide koningen en koninginnen voegden zich bij elkander. Kostbare
vloerkleeden, fijne weefsels werden uitgespreid en met rozen
overstrooid; zachte geuren stegen op in de lucht; de jongelingen van
Intellectus wedijverden in lichaamsoefeningen en schieten en in
dialectische wedstrijden; citerspel, zang en dans
|