FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191   192   193   194   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204   >>  
chap ontstaan. Thans bracht de vrijheid ze te zamen. De stormwind woei: van den schoonen levensboom vielen opnieuw twee bladeren en ontmoetten elkander in den troebelen poel. Zoo kwamen zij bij elkander. Voor Mona ving nu een ander leven aan: Kolb was niet als Moreau de held van de vroolijke bijeenkomsten, van alle kluchten; zij kwam door hem meer en meer in die wereld van muziek, die zooveel invloed had op haar gemoed; zij leefden in kleiner, intiemer kring, en zij genoot daar een deel van den bijval, die aan Kolb onder de zijnen geschonken werd. Hij had een geruimen tijd besteed aan het beschouwen en genieten van al de schatten van verschillende kunst, waaraan Rome zoo overrijk is, en zich daarna met ernst en stalen ijver aan het werk gezet. Nadat hij den winter en het voorjaar geheel aan zijne studien had gewijd, had hij behoefte aan rust en ontspanning ontwaard, en was met Mona de zomerhitte gaan ontwijken in de koele bergstreken. Daar leidden zij een landelijk leven en dikwijls deden zij wandelingen in de schoone streek. Menigen avond zaten zij op eene der hoogten de koelte te genieten. Het was op een dier avonden, dat Mona lucht gaf aan hetgeen zij reeds vaak had gaan opmerken. Zij zaten op eene open plaats, waar zij een ver uitzicht hadden in het verschiet, eene plek, die Kolb in den laatsten tijd tot zijne dagelijksche wandeling koos. Mona zag op naar den man, wiens blik aanhoudend westwaarts trok naar de ondergaande zon en het verschiet als wilde doorboren. --Antonio, zeide zij, wat zoekt gij toch daar? Altijd gaat gij zitten staren naar de dalende zon, en dan betrekt uw oog als de hemel; gij ziet er uitgeput uit, welke kwaal verteert u? Gij wordt hoe langer hoe meer ingekeerd in uzelven! Uwe kunstbroeders zien u niet meer!... --Zie dat gebergte daar ginds, Mona--als wij nog hooger klommen, zouden wij nog verder kunnen zien--ik wilde daar overheen kunnen zien; daarachter, Mona, ver daarachter ligt mijn land. --Land van koude en nevel, van sombere levensvormen; daar achter die bergen gaat de zon onder, Antonio! --Als men eens in dat land is geboren, zeide hij zwaarmoedig glimlachend en het hoofd schuddende, kan men er niet vandaan blijven: Mona, ik wilde het zoo gaarne eens wederzien, voor korten tijd maar wederzien! Zij rees en hief zich op in hare volle lengte. Haar blik stond donker, en het onweder, dat onder die zware wimpers broedde, brak los. --Ik begrijp u, zeide zij eindelijk, ik b
PREV.   NEXT  
|<   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191   192   193   194   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204   >>  



Top keywords:

genieten

 

kunnen

 

verschiet

 

daarachter

 

elkander

 

Antonio

 
wederzien
 
laatsten
 

verteert

 

uitgeput


dagelijksche

 

betrekt

 

Altijd

 

aanhoudend

 

doorboren

 

ondergaande

 

westwaarts

 

zitten

 

staren

 
dalende

wandeling

 

zouden

 

lengte

 

korten

 

vandaan

 

blijven

 

gaarne

 

begrijp

 
eindelijk
 

broedde


donker

 

onweder

 

wimpers

 

schuddende

 

hooger

 
klommen
 

verder

 

overheen

 

gebergte

 

ingekeerd


uzelven

 
kunstbroeders
 

bergen

 

geboren

 

zwaarmoedig

 

glimlachend

 
achter
 

levensvormen

 

sombere

 
langer