riepen zij lachend te zamen,--de groote Musiker Carl; Carl
wordt een groot virtuoos!
--Gij zijt wel goed, zeide de vader tot Kolb, en uwe toegevendheid
verheft den jongen wat veel. Wees welkom bij ons;, wij wisten niet, dat
wij het geluk hadden den componist bij ons te hebben, wiens naam ons
door zijne werken toch bekend was.
Lise en Gretchen waren niet minder opgetogen met een werkelijken
componist bij zich te hebben, en uitten hare ingenomenheid, met naieve
openhartigheid. De jongeling was bij dit alles niet de minst gelukkige,
want Kolb had hem zijne hulp toegezegd.
Half in den schemer, ter zijde, zonder zich bij de anderen te voegen,
stond Mona. De trotsche, de onbevreesde, wier oogen voor niemand zich
neersloegen, die met minachting gedacht had over de flauwe blonde
deernen van het Noorden, zij was door eene vreemde bedeesdheid
overvallen. Er was iets zoo eenvoudigs, zoo reins in den kring der
binnenkamer, er werden zulke liefelijk ernstige denkbeelden door gewekt
in de verwilderde ziel der Italiane, dat zij verlegen werd onder
gewaarwordingen, waarvan zij zich geene rekenschap vermocht te geven.
De dochters geleidden haar bij zich en beproefden vergeefs met haar te
spreken; doch bij gebreke daarvan, en als beseften zij door ingeving,
dat deze vrouw zedelijken steun behoefde, hadden zij haar elk bij eene
hand gevat.
Mona vroeg toen aan Anton, haar te zeggen, hoe zij getroffen was geweest
door de muzikale uitvoering, die zij een paar dagen vroeger hadden
gehoord, en zoo wisselden zij eenige gedachten, die door Kolb werden
vertolkt.
Gretchen ging toen een helder laken op de tafel spreiden, Lise zette den
grooten schotel er op, waar zij ter zijde van tijd tot tijd een waakzaam
oog over had laten gaan, en daarna bleven de beide pelgrims te gast op
het eenvoudig avondmaal. Voordat zij dit aanvingen zette de muzikale
schoenmaker het fraaie schoentje naast zich op de tafel,--hij was met
zijn kunststuk te zeer ingenomen om het geheel uit het oog te
verliezen,--nam de ronde calot van zijn hoofd en sprak zacht maar met
vastheid:
--God, die onze vader zijt, met dank besluiten wij den dag, dien gij ons
weder vergund hebt te leven; dat in den nacht uwe hand over ons blijve,
als wij niet voor onszelven zorgen kunnen; dat uw oog over ons wake, als
wij den dag van morgen beginnen; dat wij dien dag weer aanvangen met u
in het hart.
Het maal was gebruikt, de huisgenooten kusten elkander ten goeden nacht,
en onze
|