en u tot last; gij wilt mij
verlaten en maakt mij daarom wijs, dat gij naar huis wilt; zoo zijn zij
allen--welnu keer terug naar uw koud en kleurloos land, waar geen
hartstocht schijnt te zijn; dat uwe bergen en uwe nevelen u bedekken en
ik nooit meer iets van u hoore.
--Wie spreekt er van, u te verlaten, antwoordde hij zwaarmoedig. Als gij
den moed hebt voor de ontberingen en vermoeienissen der reis....
--Den moed! sprak zij op verachtenden toon, hebt gij in uw land zoo over
vrouwen leeren spreken! _Wilt_ gij mij meenemen?
--Mona, gij spreekt alsof gij mijne liefde niet kendet; om u alleen heb
ik de terugreis uitgesteld; laat ons dan niet dralen; en zijn blik
verhelderde bij het spreken van die woorden.
--En de roem, dien gij hier verworven hebt, en de rijkdom, dien gij
verlaat, nu hij u juist zou gaan toevloeien?
--Roem verzadigt spoedig,--, er zijn andere behoeften in het menschelijk
leven, die zich sterk doen voelen.
--Welke?
--Vraag dit niet: het leven is raadselachtig, en wie kan liet
ontcijferen! Onwederstaanbaar is de drang, die mij drijft.
* * * * *
Hoewel Kolbs verlangen tot het hevigste ongeduld steeg, duurde het nog
eenige maanden, voordat zij de reis konden aannemen. Zij gingen eerst
naar Rome terug. Toen Kolb er zijne zaken had afgedaan, konden zij die
stad verlaten en begaven zij zich naar Florence, van daar naar Miliaan,
waar zij het eind van den zomer doorbrachten, en toen, hoewel het reeds
laat in het najaar begon te worden, de wegen slecht waren, en de reis in
dien tijd nog niet door allerlei vervoermiddelen gemakkelijk gemaakt
werd, vingen zij den tocht aan.
Had de Italiane van haar moed gesproken, hij werd op de proef gesteld.
Zij hadden Lombardije verlaten, waren de Alpen overgetrokken, en thans
lag al wat aan Italie herinnerde verre weg; geen bekende klank trof meer
haar oor, de middelen raakten uitgeput en het was nog ver, tot in het
hart van Bohemen, dat zij moest voorttrekken.
Antonio had zijne veerkracht voelen wassen: hij had den grond weder
onder zijne voeten, waar men zijne taal sprak, het oude, trouwe
Duitschland. Hij vond de kracht, zich nieuwe middelen te verschaffen
door zijne kunst. Van stad tot stad reisden zij nu, overal zijn talent
doende hooren, terwijl Mona als improvisatrice optrad. Op deze wijze
bereikten zij, trots alle hinderpalen, de Boheemsche stad, die de plaats
hunner bestemming was.
Kolbs ouders waren reeds lang ov
|