haar geknield op den ouden vloer van het portaal. Wat hij niet
tasten kon, het was de stille uitstorting des gemoeds, die in haar
plaats had; het was het gebed, dat zij voor het eerst van haar leven,
zonder rozenkrans, zonder geestelijke, zonder altaar, uit loutere
aandrift, in zich voelde oprijzen, als de stroompjes eener kleine wel,
die opborrelen uit het slijk.
Kunstenaar, gij zoekt het ideaal uwer kunst,--speel nu voort op die
teedere sterk gespannen snaren van dit prikkelbaar gemoed; doe ze
trillen, opdat er eene golving ontsta en blijve, waarvan de tonen niet
wegsterven in het eindige!
* * * * *
De indruk, door Mona dien avond ontvangen, duurde dagen lang voort, en
menigmalen zat zij te peinzen met de hand in het weelderige haar, het
hoofd op den elleboog geleund. In de schemering zaten zij zoo, zij in
zichzelve verzonken.
--Antonio! zoo brak zij plotseling de stilte, waarom zijt gij naar Rome
gegaan?
--Wij kunstenaars plegen in Italie voedsel voor onzen geest te halen,
onze kunst te volmaken; zonder Rome blijven de hoogten der kunst ons
verborgen.
--Toen ik een zuigend kind was, lag ik al op de trappen der _Piazza di
Spagna_; sinds mijne oogen het eerst zich openden, heb ik alom de kunst
gezien, die de geheele wereld komt bewonderen; mijn leven heb ik onder
de kunstenaars doorgebracht,--Antonio, ik heb nooit een indruk zien
uitwerken of zelf ontwaard als het gezang van laatst deed ontstaan. Wat
behoeft men naar Rome te komen, als men hier kan wat _wij_ nooit gehoord
hebben?
--Deze muziek is u vreemd, daarom treft zij u zoo het is maar een stuk
uit een oratorium; maar wij kunnen het daarbij niet laten; onze kunst
moet tot grootscher en veelvoudiger samenstellingen opgevoerd worden.
--Gij hebt mij zoo dikwijls betooverd met uwe muziek, Antonio, maar dan
was het altijd door dat, wat ik hier zoo uitsluitend in aantrof, dat
reine en stillende;--er is een ander deel in uwe kunst, dat mij soms
bevreesd maakt: het is dat diepe, bovennatuurlijke; ik denk bij uw spel
altijd aan wit en zwart;--_hier_ was het alles wit;--ik kan het niet
anders uitdrukken, liet zij er op volgen.
--Het is het naieve en het eenvoudige, dat u heeft getroffen, door de
grootheid, die deze soms bezitten, zeide hij glimlachend, maar alle
kunst moet tot hooger zelfbewustzijn opklimmen, en daarin wordt zij het
demonisch spel van geest en zinnelijkheid; vandaar in alle hoogere kunst
niet enkel het ef
|