FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184  
185   186   187   188   189   190   191   192   193   194   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204   >>  
zij had slechts toe te stemmen en te bekennen: alleen, toen haar naam gevraagd werd, waren allen hevig verbaasd, toen zij zeide Mimosa, de dochter van koning Sensorius en koningin Parel te zijn. --De dochter van onzen aartsvijand,--die ons in ons land, onzen schat, ons heiligdom wil rooven! sprak de koning somber; welke andere straf kan daarop volgen dan de dood? Twijfel scheen daarover niet te bestaan. De als steen onwrikbare en ongevoelige rechters stemden het allen toe, zoowel om de zwaarte der misdaad, die, ware zij gelukt, ontwijfelbaar het geheele rijk had te gronde gericht, als om politieke redenen, daar het geslacht der Sensorii dan zonder eenigen nakomeling zou uitsterven--want de koning en de koningin waren al zeer oud--en alzoo geheel te gronde zou gaan. Onder die beraadslagingen werd in het midden van den raad opeens een gezant gebracht van koning Sensorius, die, zoodra hij Mimosa zag, in tranen uitbarstte en op den grond vallende hare voeten kuste. --Zoo hebben dan de hemelteekenen ons niet bedrogen, riep hij jammerend uit; de zon is verduisterd geweest, licht en leven dreigden ons te begeven, de vogelen zwegen, de bloemen sloten hare kelken; want onze Mimosa was weg en alles had zijn glans van schoonheid verloren.--Toen, o wijze en groote koning! vervolgde hij nu tot dezen, toen voelden wij, dat aan de dochter der schoonheid en der teederheid eene ramp was overkomen op hare onderneming. Zij keerde ook niet terug, en nu kom ik u om haar bidden, dat zij tot ons terug moge keeren en wij zullen u den vrede laten. --Den vrede zullen wij _nemen_, als wij dien willen, zeide Intellectus stroef en hooghartig: uwe koningsdochter heeft ons land op den rand des ondergangs gebracht en zij is des doods schuldig. --Ben ik als gezant hier veilig? vroeg deze. --Dat zijt gij, op onze eer, en bij de machtige Azen zij het u gezworen. --Welnu, vervolgde de gezant, weet dan, dat uw zoon, o wijze koning! door ons gevangen is, en dat een gelijk lot hem zal wedervaren als onze dochter van u zal ondervinden. --Hoe! riep de koning--en allen ontstelden ten hevigste--hoe is het mogelijk, dat de dappere Logikos gevangen is! Nauwelijks had Mimosa dit woord gehoord, of zij viel in onmacht en zij werd weggebracht in een der vertrekken van de koningin. De koning en zijn raad hadden al verscheidene dagen lang beraadslaagd; want het was een moeielijk en onvoorzien geval. Zeker was het gemakkelijk, een gelijken ruil vo
PREV.   NEXT  
|<   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184  
185   186   187   188   189   190   191   192   193   194   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204   >>  



Top keywords:

koning

 

dochter

 

Mimosa

 

gezant

 

koningin

 

gronde

 
gevangen
 
gebracht
 

zullen

 

schoonheid


Sensorius

 

vervolgde

 

hooghartig

 

ondergangs

 

stroef

 

koningsdochter

 

onderneming

 

keerde

 

overkomen

 
teederheid

schuldig

 

willen

 

bidden

 

keeren

 

Intellectus

 

onmacht

 

weggebracht

 

vertrekken

 
gehoord
 

dappere


mogelijk

 

Logikos

 

Nauwelijks

 

hadden

 

verscheidene

 
gemakkelijk
 

gelijken

 

onvoorzien

 

beraadslaagd

 

moeielijk


hevigste

 
machtige
 

gezworen

 

veilig

 

ondervinden

 

wedervaren

 
ontstelden
 

voelden

 

gelijk

 
ongevoelige