FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183  
184   185   186   187   188   189   190   191   192   193   194   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204   >>  
ichzelven op het eigen oogenblik besprongen en gevangen. Met de grootste snelheid werd hij in verzekerde bewaring gesteld, en later zou men een gezant naar koning Intellectus afvaardigen, om de gevangenneming van zijn zoon te melden en te onderhandelen over de voorwaarden van zijne vrijlating. Mimosa, van dit alles onkundig, was intusschen naar de spelonk op weg. Zij had al een geruimen tijd gereisd, eer zij kwam op de aangewezen plaats. Daar vond zij, dat alle aanduidingen met de plaats overeenkwamen. Aan een breed water kwam zij, dat zij gemakkelijk overvoer met eene ruime schelp, en aan de overzijde zag zij eene glazen brug, die naar de grot voerde, zoo dun en fijn, dat het schier onmogelijk was, dat zij iemand kon dragen. Maar licht als het blanke zwanendons, dat wij op het water zien drijven, was haar tred, en zij was de brug bijna geheel overgegaan, toen........................................ wat anders kondt gij van eene verliefde verwachten? Zij dacht aan Logikos, den fieren jongeling, aan het bosch, en hunne gelukkige bijeenkomsten,--maar de tooverspreuken van den wijzen Aldebaran had zij vergeten, en met een ontzettenden knal brak de brug onder hare voeten weg. Toen zij weder bij hare zinnen kwam, vond zij zich geboeid en gevangen op eene vreemde plaats. Daar barstte zij in droevig geween uit. Logikos, dacht zij, u zie ik niet weder! En mijn vader en moeder, wat zal er van hen worden, als zij mijn lot vernemen! En nu is alles bedorven en van die rampen ben ik de oorzaak. Ach, droevige liefde, waarom moest gij mijn hart zoo geheel innemen, en ik door u de machtige woorden vergeten, die mij onkwetsbaar zouden maken, en die mij zeker hadden doen slagen. Nu heb ik van mijn lief mijn leed gemaakt! * * * * * Drie, vier dagen zat zij in de gevangenis, totdat zij voor den koning en zijn raad werd gebracht. Wat was het haar vreemd en anders dan zij gewoon was! Hoe koud was het hier, en hoe onbevallig! Nergens schoonheid: was _dit_ een paleis?! Zoo dacht zij met de grootste verbazing. Nergens bloemen, nergens de flonkerende steenen, de fijne weefsels, de welriekende fonteinen, de zachte melodieen, die,zij van een paleis onafscheidbaar achtte en die,zij bij hare ouders gewoon was. Koud en hard schenen haar de koning en de raden, zooals zij daar gezeten waren op hun granieten zetels. Van schrik kon zij bijna niet antwoorden. Maar zij schenen ook reeds alles te weten, en
PREV.   NEXT  
|<   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183  
184   185   186   187   188   189   190   191   192   193   194   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204   >>  



Top keywords:

plaats

 

koning

 

gevangen

 

gewoon

 

Nergens

 

paleis

 
vergeten
 
Logikos
 

geheel

 

anders


grootste

 

schenen

 

onkwetsbaar

 

hadden

 

woorden

 

zouden

 

moeder

 

oorzaak

 

vernemen

 
bedorven

rampen

 

slagen

 

droevige

 

machtige

 

granieten

 

innemen

 

liefde

 

waarom

 
worden
 

nergens


bloemen

 

flonkerende

 

steenen

 

verbazing

 

zooals

 
schrik
 

schoonheid

 

weefsels

 

welriekende

 

ouders


achtte

 
fonteinen
 

zachte

 

melodieen

 

onafscheidbaar

 

onbevallig

 
gevangenis
 

totdat

 

gemaakt

 
zetels