FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187  
188   189   190   191   192   193   194   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204   >>  
oning Intellectus, om de wederzijdsche gevangenen uit te leveren. Onderling werd de plaats van samenkomst bepaald; een open veld in het Onzijdige Woud, en daar zou, ten overstaan van gevolmachtigden, de uitwisseling gelijktijdig (want men vertrouwde elkander niet veel) plaats hebben. Aan het hof van Sensorius was in dien tusschentijd niet minder beweging geweest, dan wij bij Intellectus hebben waargenomen. Het wegblijven van Mimosa, de droevige teekenen, dit alles had bij den koning en zijne ega het treurige vermoeden tot zekerheid doen rijpen, dat haar een ongeluk overkomen was: de bitterste droefheid had overal geheerscht, maar de wanhoop der ouders te beschrijven, is ondoenlijk. Dag en nacht weeklaagden zij. Toen de gezant terugkwam en de toedracht der zaak verhaalde, was er in zoover blijdschap, dat Mimosa nog leefde, dat zij zelfs eenigen invloed bij de koningin Nutte scheen verkregen te hebben; en om de geliefde maar spoedig terug te hebben, werd dadelijk besloten, Logikos tegen haar ten spoedigste uit te leveren. Aan andere dingen konden zij niet denken; alles was wel, mits zij maar terug ware. Opdat geen verraad te duchten ware, maar zeker meer om, de verlorene zoo spoedig mogelijk weder te zien, besloten de koning en de koningin, haar ter bestemde plaats zelf te gaan ontvangen. Snel werden alle toebereidselen gemaakt, en met een groeten stoet van gewapenden zoowel als van hovelingen, begaven zij zich in feestgewaad op weg. De bestemde plaats was een schoon bosch, in welks midden een opene plek lag, waar eene kleine rivier doorheen stroomde, zich rimpelend over de ondiepe bedding of huppelend over de steenen, die op haar weg lagen. Aan de eene zijde zouden de gezanten van Intellectus komen, die van Sensorius aan de andere, en over het water sloeg men eene breede brug, waarvan de vloer met takken en bloemen bestrooid werd. Prachtig was de stoet van Sensorius en Parel, zooals die daar zweefde op het water. De koning had zijn scharlaken kleed, de koningin haar vedergewaad aan: in eene groote schelp werden zij door twee blanke zwanen voortgetrokken, die gouden banden om den hals hadden; een rei van bevallige nimfen volgde hen en hief zachte melodieen aan ter eere der wedergevondene, en een andere stoet strooide bloemen en welriekende kruiden uit. Zie, die stofwolk aan de overzijde, eene lange reeks, een groote optocht komt daar aan. Hoe kloppen de, harten der wachtenden; zie, daar moet hun Mimosa bij zijn. Wat
PREV.   NEXT  
|<   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187  
188   189   190   191   192   193   194   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204   >>  



Top keywords:

plaats

 

hebben

 

Mimosa

 

andere

 
koning
 
koningin
 

Sensorius

 

Intellectus

 

groote

 

spoedig


besloten

 
bestemde
 

leveren

 

werden

 
bloemen
 

bedding

 
ondiepe
 
steenen
 
huppelend
 

zouden


gezanten

 

hovelingen

 
begaven
 

feestgewaad

 

schoon

 
zoowel
 

gemaakt

 

groeten

 
gewapenden
 
midden

rivier
 

doorheen

 
stroomde
 
kleine
 

rimpelend

 

welriekende

 

strooide

 

kruiden

 
stofwolk
 

wedergevondene


volgde

 
zachte
 

melodieen

 

overzijde

 

wachtenden

 

harten

 

kloppen

 

optocht

 

nimfen

 

bevallige