*
--Onmogelijk, riep de koning, onmogelijk! een zoon van het oude en wijze
geslacht des Verstands ... hoe zou die in eene zoo groote dwaasheid
vervallen kunnen!
--Dat is ook mij onbekend, wijze vorst, of liever, het was mij een
raadsel ... maar nu begin ik iets van eene oplossing daarvan als in de
verte te vermoeden.
--Wel! gij prikkelt mijn weetlust!
--Gij kent mij genoeg, niet waar, en gij weet, dat geen zwakheden of
aandoeningen mij licht zouden bedwelmen....
--De bezadigdheid van koningin Nutte is wereldberoemd.
--Toch was ik al dadelijk getroffen door de schoonheid en zachtheid van
dit onverstandige dwaze kind. Zoozeer, ik moet het bekennen, dat ik
allengs belang in haar begon te stellen. Of zij het bemerkte--zij opende
mij haar hart, en zij bekende mij hare liefde.... en nu, na eenige
dagen, nu zij herhaalde malen bij mij is toegelaten, ik weet niet hoe
het komt, maar het is of in haar bijzijn iets ongewoons in mij omgaat;
het is of ik mijn eigen zoon meer liefde toedraag; het is of het geheele
speeltuig van mijn geest anders besnaard is en anders gestemd, of ik
gezonder en opgeruimder ben; soms voel ik behagen zelfs in de redelooze
natuur; soms voel ik behoefte tot vroolijke ontboezeming,.... zie, die
verandering, dit alles, vreemde gewaarwordingen, waarvoor ik geen namen
ken, voel ik terstond, als zij tegenwoordig is; en daarom heb ik
begrepen, dat het mogelijk kon zijn, dat zij dezelfde tooverkracht op
mijn armen geliefden Logikos zal hebben uitgeoefend.
--Voorwaar, vreemde dingen geschieden in deze dagen! Toch is het waar,
als dit u kon gebeuren, hoeveel te lichter hem bij wien de malien des
verstands nog niet zoo gesloten zijn, of eene dwaasheid kan daardoor
binnensluipen.--Maar ik gevoel mij niet wel; het is alsof al die strijd,
al die inspanning mij tegenstaan,--het zal vermoeienis wezen, denk ik.
Hoe kunnen wij toch onzen zoon wederkrijgen?
--Zend den afgezant terug, met belofte van Mimosa tegen hem uit te
wisselen.
--Ik zou dit wel willen,--maar het Beeld dan? Zie, het was juist tegen
Mimosa, en dit was de eenige voorwaarde voor haar leven, het was tegen
haar, dat ik de ons ontbrekende stukken had willen inruilen.
--Gij begrijpt, dat Sensorius hetzelfde zou vragen, en van ons het hoofd
en het verdere eischen.
--Zoo blijft er slechts over, te beginnen met de verwisseling van de
beide gevangene ... en dan weer de oorlog!
De gezant keerde naar zijn hof terug, met het voorstel van k
|