het geluk des Volks dat
wat welvaart komt opdoen uit haar voorraad?
Op _my_ niet! Ik tart de meest _gewandte Verkaeuferinn_ van 't heele
nieuwe Duitsche Ryk, my 'n kadaster-wetsontwerp of 'n reorganizatie
van de Preanger in de hand te stoppen voor 'n waardig antwoord op den
_Havelaar_, en ik zou geen slaapmuts aannemen uit haar hand, al
verzekerde ze my op eerewoord dat VAN TWIST--bygestaan dan door andere
specialiteiten, omdat hyzelf de specialiteit van volslagen
onbekwaamheid beoefent--dat ding had gebreid.
Maar onze kieskollegien en Kamers zyn zoo keurig niet. In _die_
winkels stelt men zich met de nieuwe juffrouw tevreden, zoodra zy
zeker soort van omstanders tot handgeklap weet te bewegen, en vraagt
er zoo weinig naar of ze overigens verstand van de zaken heeft _in_ 't
_algemeen_, dat men ten-laatste die zaken met het effekt van haar
praatjes verwart. Dit nu is in 'n winkelier begrypelyk. Hy slyt z'n
waren door de gladmondigheid van z'n vertegenwoordigster, en daarom
alleen is 't hem te doen. Doch behoorde niet het Volk aan z'n
afgevaardigden andere eischen te stellen?
"De redevoering van A, van B, van C, was mooi ...
Heel mooi! Maar, eilieve, zyn we daardoor een graad veiliger voor de
Pruisen?
"Onze D heeft daar eens weer perfekt gesproken!"
"O ja, byna zoo mooi als onlangs in de "_Gezelligheid_" maar de
werkman is ontevreden. Kan hy voedsel koopen voor D's prachtige
oratie! Is de kans op algemeene welvaart verbeterd?
"Heb je gelezen hoe onze E dien F op z'n plaats heeft gezet? Dat was
taal!"
Zeker, zeker! Maar ... de Javaan wordt mishandeld, met of zonder
akkompagnement van kamerspeeches, met of zonder de _Gewandtheit_ der
Bataafsche toko-specialiteit die z'n diepe kennis van Indische zaken
te luchten hangt.
Maar niet alle mooipratery riekt juist naar den winkel. Ook, en
vooral, de _balie_ levert gewoonlyk 'n kontingent sprekers die de
toonbank zouden doen blozen, wanneer 'n toonbank blozen kon.
"De rechten, myne heeren, de rechten ...
Nu ja, de rechten. We kennen ze, die vadermoordende bastaarden van het
_Recht_! De rechten vullen alle plaatsen die openbleven tusschen de
bezette botertonnetjes en de vertegenwoordigers van Vlaardingsche
haring! Zoo'n man van rechten spreekt, spreekt, spreekt ... tot in 't
oneindige. En daarna spreekt-i. Dat is z'n vak, z'n roeping, z'n
beroep, z'n gewoonte, z'n hebbelykheid, z'n behoefte, z'n _tic_. Het
spreken is z'n zeer speciale _specialiteit_ ...
|