aten beheerschen? Onze
wetten, en vooral de omslachtige rechtspraktyk, zyn nog altyd gegrond
op--of althans, zonder oordeelkundige leiding voortgevloeid uit--de
gewoonten, sprookjes, wanbegrippen en vooroordeelen, die voor wysheid
doorgingen in de donkerste dagen der middeleeuwen. Ze dagteekenen
grootendeels uit den tyd ... maar we behoeven zoo heel ver niet
terugtegaan. De "_Wetenschap van de Rechten_" stond reeds, of nog, of
alweer, in vollen bloei, toen de _Jurisprudentie_ van alle mogelyke
_Hoven_ zich vermaakte met het biologeeren, gek-maken, betasten,
ontharen, wegen, martelen en verbranden van ouwe vrouwtjes. Wat is dat
voor 'n _Beschaving_ die zich niet verzet tegen zulke gruwelen, wat is
dat voor 'n _Wetenschap_, die tot zulken onzin de hand leent?[19] Nog
dagelyks hooren we Rechters en advokaten zich beroepen op de opinie van
personen die gewoon waren 'n groot deel hunner wysheid te zoeken in de
ingewanden van 'n vogel, in den stand van 't firmament, of in de
wartaal van dezen of genen Heilige. In den _Staat der Intelligenz_
by-uitnemendheid--d.i. Pruisen. Ik moet er dit wel byzeggen, omdat men
't zonder hulp misschien niet raden zou--in Pruisen bestaan nog altyd
wetten tegen _Gotteslaesterung_, en ook over de Heilige Maagd mag men
zich in dat land niet al te oneerbiedig uitlaten. De heer WENZELBURGER
te Delft, die zich in 'n Duitsch tydschrift-artikel aan iets van dien
aard had schuldig gemaakt, werd voor 't gerecht geroepen om zich over
die snoodheid te verantwoorden. Hy is vrygesproken, nu ja, maar is de
vryspraak zooveel minder zot dan 'n veroordeelend vonnis zou geweest
zyn? Bovendien, anderen die zich aan gelyksoortige vergrypen schuldig
maakten waren minder gelukkig--misschien lieten zy zich "verdedigen"
door 'n advokaat--en dagelyks blykt er dat er in dat zoo byzonder-
intelligente land rechtsmannen worden gevonden, _Doctores Juris_, die
zich kwasie-ernstig bezighouden met zulke zotterny. Vanwaar zouden zy
den moed halen zich zoo bespottelyk aantestellen, indien ze zich niet
gedekt waanden door de _specialiteit van 't vak_? Zoo heeft de
_fachmaessige_ beoefening van "_de Rechten_" ten-allen-tyde en overal
schade gedaan aan _het Recht_.
En de heeren juristen weten het wel. Om hun afgodery met _jurisprudentie_-
deuntjes en _specialiteiten_-sleur te verontschuldigen, te vergoelyken of
optehelderen, trachten zy den leek tevreden te stellen met 'n expresselyk
_ad hoc_ gekomponeerd ander deuntje: _summum ju
|