voldoende ergert aan de tevredenheid van 'n apteker over 't groot
aantal zieken, kan tot oplettendheid worden gespoord door 't zuurkyken
van de huismeid die 't zeer ongepast vindt dat er bezoek komt nadat zy
zoo-even den gang heeft geboend. Men had haar specialiteit--waarin de
stumpert 'n instrument tot veelzydige ontwikkeling meent te zien--moeten
eerbiedigen, pruilt zy, en ze vindt 'n lydensgenoot in 't Raadslid dat
te-vergeefs 'n aangewaaid dilettantisme scheikundig trachtte te verbinden
aan z'n slecht begrepen roeping als schoolopziener. Door slordigheid en
onbekwaamheid geeft de werkman schyn van billykheid aan de wreede
terugzetting, waarover hy--overigens dikwyls ten-rechte--zoo bitter
klaagt. Hyzelf verstaat z'n vak evenmin als de plichtvergeten
volksvertegenwoordiger die den toestand van den arbeider geen aandacht
waard keurt. Krantenfabrikeurs wedyveren met leveranciers van vervalschte
levensmiddelen in 't bedriegen van hun publiek. "Moralisten"--zoo noemen
zich die heeren--geven aanhoudend blyk van de vuilste onzedelykheid door
't kwajongensachtig uitpluizen en nasnuffelen van alkoofgeschiedenissen.[33]
De geschiedkundige yvert voor SPARTAKUS, maar glimlacht minachtend als men
hem spreekt van den boerenkryg ... die voor de deur staat. Ginds hooren
wy een zanger ... zingen. Dit zy zoo, mits hy zich van spreken onthoude.
O gewis, de denker schept beelden uit klank, maar uitsluitende beoefening
der toonkunst bederft het denkvermogen. Elders zien wy 'n schoolmeester
die meent dat de jongelui trouwen om hem leerlingen te bezorgen. De
diplomaat, de staatsdienaar ...
_Hem is de Staat_ zyn _zetel_, zyn _carriere,
Een speelplaats voor de heeren van het hof_,
Een draaibank van fortuintjes. Een fabriek
Van Neurenberger eerzuchi-duikelaars_ ...
Wie na dit alles nog niet overtuigd is van de noodlottige gevolgen
dier eenzydigheid, trachte den stumpert te zien te krygen, die
tusschen den Haag en Delft "levenslang" schuiten door de vaart trok.
Alsof de natuur der dingen ons waarschuwen wilde door 'n vreeselyk en
luidsprekend voorbeeld der gevolgen van 't specialismus: die man is
paard geworden, hy _hinnikt_![34]
Hinneken nu, doen onze staatslieden, schoolmeesters, advokaten en
broodbakkers niet. Zelfs in hun speciaalvak brachten ze 't niet zoo
ver als die species _equus_ van 't genus _homo sapiens_. Des te erger!
Ze zyn in hun halve krankzinnigheid minder oprecht dan dat tweebeenig
trekdier in z'n vols
|