aal. Ik moest den lezer opwekken en den weg wyzen
tot het berekenen der gevolgen die ze na zich sleept. Hy houde daarby
vooral in 't oog dat de onzedelyke verwringing van rechtsgevoel die
door de hier behandelde specialiteiten _fachmaessig_ beoefend wordt,
zich geenszins tot eigenlyk-gezegde rechtszaken bepaalt. De zieke
dringt ongehinderd, jazelfs onder bescherming van 'n gunstig
vooroordeel _tot schade van allen_, in Lands-en Stadsbestuur door.
Niet het minst, helaas, strekt ze ten-verderve van 't zoo
misdadig-verslonst INSULINDE! Door kooplieden, zeelui en krygsvolk
werd het gewonnen ... door advokatery zal 't voor Nederland verloren
gaan: de Van Twisten hebben eer van hun werk! Parasieten van die soort
nemen alle eereplaatsen in, matigen zich alles aan, voeren overal 't
hoogste woord, dringen zich overal op, maken zich van alles meester.
Het wemelt in alle vergaderingen en korporatien van juridische
beunhazen in _bitjara kossoeng_, die maar al te gemakkelyk met hun
"Romeinen" en hun "elegantie"--och arm!--toehoorders en _Volk_ in den
waan brengen dat zy iets degelyks te-koop veilen. Het algemeen belang,
altyd samengaande met _ware_ zedelykheid, eischt dat daaraan 'n eind
kome, of althans dat er perken worden gesteld aan 't door-kankeren
eener kwaal welker naam aldus geschreven wordt: specialiteit in 't
prostitueeren van _Waarheid Recht, en ... Volksbelang!_
Mochten wellicht sommige advokaten met dit hoofdstuk niet tevreden
zyn, ik smeek om een genadig vonnis. De heeren gelieven te bedenken
dat ik nooit in doode kennis studeerde, en dus wel beschouwd het
rechte verstand niet hebben kan van een vak dat sedert de benoeming
van den heer GOUDSMIT zoo loffelyk achteruitging in Romeinsche
elelantie.
MXIII.
Sommigen zullen 't misschien vreemd vinden dat ik tot-nog-toe een
soort van specialiteiten met stilzwygen voorbyging, die meer dan alle
anderen een nadeeligen invloed uitoefenen op de geheele Maatschappy.
Ik bedoel de mannen die 't precies-weten van de dingen welke zyzelf
erkennen niet te begrypen, tot hun "vak" kozen, de specialiteiten van
't "Geloof." Het kwam me voor, dat ik ditmaal die heeren mocht
overslaan, gedeeltelyk omdat ik op zoo veel plaatsen van m'n werken op
't schadelyke van hun invloed gewezen heb, doch hoofdzakelyk omdat de
eigenaardige kleur der godkundige bespiegelingen zoo heeft afgeverfd
op het denkvermogen van de menigte, dat men stiptgenomen--en vooral
met het oog op de definitie die
|