e negentien over de overschietende meeningen gelykelyk
verdeeld waren. In zoo'n geval zou Gods wil slechts voor 2/21 door den
wil des Volks zyn uitgedrukt, en de Duivel zou zich in de nogal
aanzienlyke meerderheid van 19/21 te verheugen hebben.
En by dat alles lieten we nu nog de zonderlinge rekenfout buiten spel,
die ik meen voldoende toegelicht te hebben in den eersten bundel myner
IDEEN. (121 en 133).
De uitvinding van 't zoeken naar "volstrekte meerderheid" by
herstemming, levert 'n nieuwe fiktie, nieuwe ongerymdheid. Om de
verbrokkeling van stemmen tegen-tegaan, en den schyn te leveren alsof
we werkelyk met 'n meerderheid te doen hadden, wordt het aantal
meeningen waarover beslist moet worden, ingekrompen tot twee
mogelykheden. Deze methode kan leiden tot verschynselen als die welker
ongerymdheid in 't hier volgend voorbeeld wordt gekenschetst. Gesteld
dat twintig personen te kiezen hebben tusschen twee-en-twintig
opinien, en dat twee dezer opinien respektievelyk door twee personen
worden voorgestaan, dan blyven er achttien personen over wier
meeningen over de resteerende achttien mogelykheden kunnen verdeeld
zyn. Dewyl er in dit geval niet verkregen is wat men heeft gelieven te
doopen met den naam van "volstrekte meerderheid" dwingt men die
achttien stemmers party te kiezen voor een der beide meeningen die
zich in twee aanhangers mochten verheugen. Van waarheid en juistheid
is hier alzoo weer geen spraak. De achttien slachtoffers hunner
verdeeldheid worden gedwongen tot medeplichtigheid aan leugen, en de
uitslag der stemming die straks zal worden verkondigd is 'n
onvervalschte naklank van 't wetgevend onweer op Sinai, was niets dan
'n armzalig _faute de mieux_. Wie de meening _x, y_ of _z_ van
ganscher harte is toegedaan, werd gedwongen 'n keus te doen tusschen
_a_ en _b_, al ware het ook dat z'n inzichten op staatkundig of
godsdienstig gebied hem voorschreven de eerste letters van 't alfabet
teverafschuwen. Hy mocht niet stryden voor wat hem voorkwam goed te
zyn, maar moet z'n invloed besteden aan de bevordering van iets dat-i
voor verkeerd houdt, om in 's hemelsnaam te ontwyken wat in zyn oog
nog verderfelyker wezen zou. Ziedaar alzoo de "stem van God"
onderworpen aan 'n belemmering die ons van allen eerbied voor haar
heiligheid ontslaat.
By deze aantooning der onnauwkeurige werking van ons kiesstelsel heb
ik me tot het allereenvoudigste bepaald, tot opmerkingen die onder de
bevatting vallen van elken lez
|