hrikt mensdom
te berispen over den ontaalkundigen geslachtsverkrachtenden uitroep:
daar gaat-i! De geschiedenis van wereldwording, mensheid en beschaving
boezemt hem geen verder belang in, dan noodig is om natesporen of de
eerste lichtstraal z'n naam wel behoorlyk met 'n _ch_ schreef, en of
er taalfouten waren in de tien geboden. Paus JOHANNA interesseert hem
eenigszins, doch daar dat individu--vrouw of man dan--in beide
gevallen toch slechts 'n mens was, kan hy aan z'n hoedanigheden niet
zooveel aandacht wyden, als-i--en met zielewellust zeker!--zou besteed
hebben aan 'n _klank_. Van z'n kroost en huisgezin weet onze professer
genoeg om de overtuiging te koesteren dat al z'n meisjes onzydig zyn
en dat z'n vrouw soms mannelyk is. Z'n liefde tot de wetenschap, hoe
gloeiend ook, is omtrent dit alles voldaan, tevreden en in rust. Maar
helaas ... daar nadert het vreeselyk woordje _leur_, en dondert den
ongelukkige de vraag toe: "welk geslacht kent ge my toe? Antwoord of
... leef, en schryf 'n woordenboek!" Het baat niet of de ongelukkige
dien geslachteloozen inkwiziteur van-voren beziet en van-achter om te
onderzoeken of ze wellicht eene groot-inkwizitrice, dan wel--wie
weet!--'n heftig inkwizitorium is? Alles te-vergeefs! Die paus JOHANNA
op 't gebied der taalkunde heeft de boosaardige verstoktheid gehad
zich nooit te vertoonen--ik citeer--"_met een bepalend woord, waaruit_
haar _geslacht zou kunnen blyken_." Sedert eeuwen wandelt hy, zy, het,
de wereld rond, zonder floddermuts of helm, zonder broek of schort, en
toch--of juist daarom--kan men maar niet te weten komen of 't deern of
'n jongetjen is? Hoe vreeselyk, niet waar, voor geleerden die hun
heele leven toewyden aan 't geslachtsleven van de klanken? Welke
barbaar zou niet geroerd wezen ... enz.
Men schreeuwt tegenwoordig overal om gelykheid. Ik ben er tegen, en
beweer dat het zeer billyk is dat de werkster die de vloer boent voor
professers studeerkamer, eerbiedig ruimte maakt als de man, zwanger
van ... teleurstelling over de ware sekse van z'n _leur_, zich op den
drempel vertoont. Dus: werkster, op-zy! Ik zelf zou uit den weg gaan
als ik 't ongeluk had me in de buurt van zoo'n studeervertrek te
bevinden.
_Honneur au courage malheureux_! Dat het vruchteloos belegeren van de
geheimzinnige leur-vesting niet aan lafhartigheid mag worden
toegeschreven, kan bewezen worden uit 'n ander feit, dat ik te liever
aanhaal omdat de vermelding me gelegenheid geeft tot 'n welg
|