Zoo-iets geeft inderdaad courage. De ware moed immers mag
toch niet in dolzinnigheid ontaarden? Met heel omzichtig beleid alzoo ...
Zie eens, indien onze woorden-apostels zich onnadenkend te vroeg
hadden laten verbranden, zouden zy den tyd niet gehad hebben ons nog
veel andere dingen te leeren, o.a. dat men aan _kuiter_, wyfjesvisch,
het vrouwelyk geslacht wel zou mogen toekennen[13] en dergelyke
wetenswaardigheden meer. _Kater, uil, professer_, e.d. zyn mannelyk,
naar we vernemen, en wie _vroolyk_ met een _o_ schryft is 'n dwaas.
Is 't genoeg, lezer? En is 't nog noodig u voortehouden wat de
gevolgen zyn van zoodanige krachtsverspilling? In uw huishouding, in
uw beroep, zoudt ge toch spoedig inzien ... ik zeg niet: dat het
groote geschaad wordt indien ge u te veel toelegt op het kleine, maar
dat het _degelyke_ te-loor gaat--van welk geslacht is dat _loor_, o
goden!--door 't stelselmatig beoefenen van _nonsense_. LAROCHEFOUCAULD
schynt aan zoo-iets gedacht te hebben, toen hy de maxime schreef:
_ceux qui s'appliquent trop aux petites choses, deviennent
ordinairement incapables des grandes_. Ik, die weet hoe moeielyk het
is zich juist uittedrukken, maak hem geen verwyt van z'n "_trop_" dat
_de trop_ is. "Te veel" werkt _altyd_ en _overal_ schadelyk, dit weten
we. Ook begryp ik dat z'n uitspraak hinken zou als men dat overbodige
_trop_ er uit liet. Hy gaf zich evenwel zeer veel moeite om exakt te
zyn, en ik weet by ervaring te goed hoe afmattend dat eerlyk streven
is om me niet verplicht te rekenen tot 'n welwillend nasporen van
wat-i bedoeld heeft. _Petites choses_ zyn er niet, en de door
LAROCHEFOUCAULD gemaakte fout ligt niet in de kleinheid der dingen-zelf,
maar in 't wanbegrip over hun opportuniteit. Een kok, die 't souper laat
aanbranden omdat-i zich buiten de keuken bezig-houdt met den ring van
Saturnus, heeft juist om 't zoogenaamd-_groote_ het zoogenaamd-_kleine_
verwaarloosd en dus, stipt gesproken, een tegenovergestelde fout begaan
die evenwel in werkelykheid op 't zelfde neerkomt, want de soep is er
niet smakelyker om. De tegenstelling was dan ook slechts schynbaar. Een
speld die te-pas komt, is in zedelyk-logischen zin _grooter_ dan 'n heel
zonnestelsel, wanneer dat het nasporen van _waarheid_, het beantwoorden
aan roeping, het plicht-doen, in den weg staat.
Zou LAROCHEFOUCAULD gedacht hebben aan onze professers in de dubbele
_o_ of _e_, toen-i waarschuwde tegen 't verwaarloozen van de dingen
die wel te-p
|