Hoe die van elkander afhangen? Hoe er moet gehandeld
worden om ze in de toekomst naar wensch te leiden? En dit doel wordt
niet bereikt door oratorische inspanning of overspanning.
Erger nog, op dat doel wordt onder 't regime der mooi-pratery niet
eens aangelegd. Het spreken-zelf staat dikwyls 't belang der zaak
waarover men spreekt in den weg, zooals in den schouwburg 't luid
gesis om stilte, _de_ stilte. Het is den specialiteit-prater minder om
't welzyn des Vaderlands te doen, dan om den bloei van z'n redenary.
En ook z'n tegenstanders slaan meer acht op de rhetorische waarde van
z'n arbeid, dan op den invloed dien z'n redeneering behoorde te hebben
op hun oordeel, een invloed die dan ook zeer gering is. Lang voor 't
openen der debatten kan men vry nauwkeurig weten hoe de uitslag van de
stemming wezen zal, waaruit mag worden opgemaakt dat de advokatery der
pleiters geen enkele overtuiging wijzigt. Liever: geen enkel _parti
pris_, want van "overtuiging" kan in zoo'n bedorven kring geen spraak
zyn.
De waarde die in-weerwil hiervan, nog byna overal aan publiek-spreken
gehecht wordt, legt 'n droevig getuigenis af van den ernst waarmee men
_waarheid_ naspoort. Als meest eenvoudig geneesmiddel voel ik me
alweer genoopt te wyzen op de wiskundige, die in de harmonie van 't
_Zyn_, uitgedrukt in hoeveelheden of uitgebreidheid, de schoonheid van
het stipte, de poezie der juistheid najaagt. Hy vindt dit alles niet
in 'n byzondere wyze van voorstelling, maar in de eenvoudige vermelding
van 't gevondene dat hem uitdrukkingen in den mond legt welke steeds,
en in veel hooger zin dan we gewoonlyk dit woord gebruiken, wel-sprekend
zyn. Wat daartegen strydt, noemt hy _Leugen_. En zelfs zonder bepaalde
tegenstelling, al wat afwykt van 't eenvoudig ware, is hem onwaarheid,
en als zoodanig 'n gruwel.
Mooipraten? In de couranten, die verraderlyke fotografien van onzen
maatschappelyken toestand--de oplettende lezer begrypt dat ik nu
bepaald van de advertentien spreek, daar fotografien aan iets als
juistheid doen denken--in de couranten wordt nu-en-dan _eine gewandte
Verkaeuferinn_ gevraagd. Hoe men zoo'n ding in 't Hollandsch noemt,
weet ik niet. De zaak zal wel hierop neerkomen, dat men 'n schepsel
zoekt die het talent heeft 'n onbedreven klant verschoten lapjes
aantepraten. Heeft de specialiteit van zoo'n winkelmeubel werkelyk
voor den patroon eenige waarde? Oefent zoo'n geacht lid van de
toonbank inderdaad 'n goeden invloed uit op
|