nende stammen als van die der
hoogvlakten. De Maya is evenmin verwant aan de Otomis van Mexico
als aan de Roodhuiden van Noord-Amerika, waaruit de onhoudbaarheid
blijkt van de theorie, die alle volken van geheel Amerika als tot
een en hetzelfde ras behoorende beschouwt. Men zegt dat de Mayas in
het bezit waren eener oorspronkelijke beschaving, die zich hetzij
rechtstreeks, hetzij door tusschenkomst van bevriende stammen,
in Guatemala, Chiapas en Yucatan zou hebben uitgebreid; maar deze
hypothese, samenhangende met de onderstelling eener hooge oudheid
van deze kultuur, mist allen deugdelijken grond. Volgens deze zelfde
theorie zouden de monumenten en de ruinen, die men in de gewesten van
Centraal-Amerika vindt, overblijfselen zijn van deze oorspronkelijke
inlandsche beschaving; maar op grond van onze jongste ontdekkingen,
durven wij dit ten stelligste tegenspreken. Wij weten toch, en alle
traditien stemmen daarin overeen, dat de hier bedoelde landen, tegen
het einde der elfde en het begin der twaalfde eeuw, door de Tolteken
werden veroverd en beschaafd; en wanneer wij daarbij in aanmerking
nemen, dat alle onderling overeenkomende monumenten aan hetzelfde
ras moeten behooren; dat wij afdoende bewijzen bezitten van den
architektonischen zin en de technische bekwaamheid der Tolteken; dat
bovendien de bouwstijl en de dekoratie der monumenten volkomen overeen
stemmen met de beschrijvingen, die de geschiedschrijvers ons gegeven
hebben van de tolteeksche tempels en paleizen op de mexicaansche
hoogvlakten,--dan mogen wij met vrij veel zekerheid vaststellen,
dat er in Centraal-Amerika nooit eene andere kultuur bestaan heeft
dan de tolteeksche; althans, zoo er ooit eene andere bestaan heeft,
dat daarvan geen enkel spoor is overgebleven, zoodat wij met haar
geene rekening hebben te houden.
De Tolteken zouden dus de Mayas gemaakt hebben tot hetgeen zij
waren: een onder meer dan een opzicht belangwekkend volk, dat mede
zijn deel moet hebben bijgedragen tot de schepping der kunstwerken,
waaraan Yucatan zoo rijk is; dat eene zeer krachtige nationaliteit
vormde, en beter en langer tijd dan eenig ander ras aan de vreemde
overheerschers weerstand bood.
Zoo als hij nog heden ten dage, na eene meer dan driehonderdjarige
onderdrukking en vernedering is, onderscheidt de Maya zich nog van alle
indiaansche stammen. Ik vind de Mayas een mooi slag van menschen, en
ik betwijfel zeer of er onder de landbouwende klassen in Europa, naar
evenredi
|