echten?
Neen, tweehonderd jaren hebben zijne onsterfelijkheid bevestigd: twee
eeuwen rusten op zijn graf; doch zijn naam, zijn glorierijke naam
straalt nog gelijk de jonge zon des morgens!
Gij allen, die mij hoort, hebt meer dan eens in stille bewondering voor
zijne werken geknield; gij hebt meer dan eens met een ontroerd hart
gestaard op den goddelijken Christus, wiens hemelnatuur Rubens zoo
indrukwekkend in het menschelijk lichaam kon doen doorstralen:--en uwe
ziel heeft dikwijls, voor zijne tooverende tafereelen, deze aarde
verlaten om zich tot den hemel te verheffen. Ja, gij allen voelt de
macht van zijn penseel, gij kent de uitgestrektheid van zijn vernuft en
de breedte van zijnen geest.
Doch gij, afstammelingen van den grooten Rubens, gij zijt het niet
alleen, die zijnen naam als onsterfelijk op de historiebladen hebt
aangeteekend, niet alleen in Belgie is het, dat zijne werken de tempels
der Christenen versieren:--overal blinken de kunstmirakelen van hem,
wiens reuzenbeeld wij tot de nakomelingen overzenden; in alle landen
wordt Rubens met eerbied en opgetogenheid als een wonder van kunst en
wetenschap genoemd.--Vraagt het aan de steden van het kunstrijk Italie,
aan Duitschland, aan Frankrijk, aan Engeland, en gij zult eenen enkelen
roep hooren opgaan, om de glorie van een Vlaamsch schilder te verkonden;
gij zult uw hart van hoogmoed en fierheid voelen opzwellen over den naam
van Belg, dien gij draagt.
Heden hebben wij der nagedachtenis van hem, die ons schoon vaderland met
eenen onvergankelijken luister overlaadde, eene schuld van dankbaarheid
en erkentenis betaald. Dit beeld, dat als eene onwrikbare rots de
stormen der eeuwen moet doorstaan, zal aan onze nakomelingen zeggen,
hoezeer het herboren Belgenland met het vuur der liefde tot de kunst
bezield was; het zal voor de toekomende geslachten getuigen, dat wij,
zonen van den onsterfelijken Rubens, zulken vader waardig waren.... Zijn
beeld worde een vuurbaak in het rijk der kunsten! Dat al degenen, die
zich iets grootsch in den schedel voelen, in welke stad het ook zij,
zich onverdeelbaar rond dit heilige gedenkteeken vereenigen:--want er is
voor ons slechts eene school,--en dit is de Vlaamsche school. Haar
leidsman is de oude Rubens, haar meester de prachtige natuur, en haar
bewonderaar de wereld.
Wij, Belgen, zijn ootmoedig onder de volkeren, wij roemen niet veel op
de glorie van ons vaderland: wij overstroomen andere landen niet met het
verhaal der d
|