FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   5   6   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29  
30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   >>   >|  
ordrongen zijn? Gij kent mijn hart, Gustaaf, en gij weet, dat daarin aan uwen beminden naam een eeuwig altaar is opgericht. Oordeel bij u zelven, of de woorden mij niet ontbreken moeten om u mijne ontroering uit te drukken. Maar de dankbaarheid, dit heilig gevoel, dat ik met liefde voor u gevoed heb, dwingt mij tot spreken, hoe ontoereikend de gewone taal ook zij.... Ik was een dwalend kind der kunst, zonder steun, zonder troost, en mijne droefheid lag diep verborgen in mijnen boezem. Mij ontbrak grootheid en waardeering. Hoe edelmoedig schonkt gij mij die heilvlammen van mijn leven!--Gij hebt mij met den naam van vriend genoemd, en die naam heeft steeds als een troostend woord in mijn oor geklonken: het maakte mij zoo sterk, zoo moedig! Want het scheen mij toe, dat de vriend van Gustaaf Wappers groot genoeg was, om aan de bevechtingen van het lot te wederstaan. Ook dreef de rampspoed en het ongeluk ongevoeld boven mijn hoofd: mijne glorie en mijn onverderfbaar geluk bestonden en rustten in uwe edele ziel, die mij hare hoogschatting en hare genegenheid geschonken had. Weet gij niet, Gustaaf, in hoeverre de geest, die in mij leeft, zich aan u verkleefd heeft, daar een woord van u, zoet of straf, de bestendige gevoelsmeter van mijn hart was? Gij hebt dikwijls gezien, hoe mijne oogen van vreugde blonken, wanneer ik het opgepropt en benepen gevoel van mijnen overladen boezem in den uwen had mogen uitstorten; en wat droefheid mij het hoofd nederboog, wanneer het geval mij voor eenen tijd van u scheidde; want alhoewel ik niet met uw uitstekend vernuft begaafd ben, toch heeft eene geheime kracht, iets magnetisch, mij onweerstaanbaar tot u gedreven. Niet uit laag belang, niet op hoop van stoffelijk voordeel, neen! maar gelijk aan het klimmende veil, dat niet leven kan, tenzij het eenen eikeboom omhelzen moge, heb ik, ootmoedig doch warm kunstenaar, mijn geluk en mijn ongeluk aan de wisselingen van het lot gehecht. Hoe zaliglijk moet ik dan ook in dit plechtig oogenblik niet ontroerd zijn, nu gij als kunstvorst eenen troon beklimt, die met meer roem en met schooner stralen omglansd is dan die van de koningen der aarde. Zij heerschen over de stof, hunne macht steunt op geweld; maar gij heerscht over den geest en over de ziel, en uwe wapens zijn de onsterfelijke werken uwer handen. Begrijpt gij, Gustaaf, wat hooge zending u is gegeven? Opperpriester in den tempel der Vlaamsche kunsten, zijt gij het, die de geheimen de
PREV.   NEXT  
|<   5   6   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29  
30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   >>   >|  



Top keywords:

Gustaaf

 

boezem

 

droefheid

 

zonder

 

vriend

 
wanneer
 

ongeluk

 

mijnen

 

gevoel

 

onweerstaanbaar


gegeven
 

magnetisch

 

Opperpriester

 

stoffelijk

 

handen

 

voordeel

 

Begrijpt

 
belang
 

zending

 

kracht


gedreven

 

nederboog

 

scheidde

 

uitstorten

 

overladen

 

geheimen

 
alhoewel
 
Vlaamsche
 

geheime

 
begaafd

kunsten

 

uitstekend

 

vernuft

 
tempel
 

tenzij

 

benepen

 

ontroerd

 

kunstvorst

 
oogenblik
 

plechtig


stralen

 

omglansd

 

koningen

 

heerschen

 

schooner

 

beklimt

 
zaliglijk
 
gehecht
 

omhelzen

 

werken