FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160  
161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   >>   >|  
w, die gevonden heeft, waar zij tastend naar zocht, een kring om te werken en te lieven, de vrouw, die moeder is geworden; niet meer, laat het zijn, met de dartelslanke leest, met de weelderige lokken, de tintelende oogen en de gloeiende wang, maar met dat spiegelgladde voorhoofd, met den kalmen en blijvenden glimlach van het gevonden geluk, van een verworven levensdoel. Daar is geen droefheid voor mij in het najaar. Droefheid moge er zijn in de afgevallen bladeren en doode takken, in den looden hemel of in de neerstortende buien en de kille sneeuwjacht en den mist. Maar dit is de herfst niet in zijne kracht, het is de herfst in zijn dood en in zijn overgang om winter te worden. Nu is het natuurlijk leven nog in, al zijn rijkdom. De zon geeft nog helderheid en warmte, de plantengroei is nog rijk aan loof, al is het gebruind, en al zien wij daarin de jonge, licht gekleurde, saprijke spruitsels niet; en is de akker leeg, de boomgaard is vol. Er is alleen rijpheid, geen verval in het physisch leven der aarde. Wel is er ernst in den herfst. Geen, ernst zooals die gewoonlijk begrepen wordt, geen ernst, die zuur kijkt en de, wenkbrauwen samentrekt met de sombere voorhoofdsrimpels, die smaalt op alle stof, op alle zinlijkheid, op alle schoon van vormen en kleuren, en voor wien eindelijk niets van het leven overblijft dan eene dorre, kale woestijn; geen ernst, die konfijt in suikerzoet geteem, of veroordeelt in harde liefdeloosheid. Maar die andere, die de oogen opent en het voorhoofd glad plooit, die alle levensuiting niet veroordeelen, maar adelen wil, die schoon, sterk, gezond is, het leven tot zijne bestemming wil opvoeren, en in alles dit hooger beginsel wil, DE GEEST ZWEVENDE BOVEN DEN CHAOS. Die ernst behoeft er niet bleek en mager uit te zien, slaat de oogen niet wanhopend op dit tranendal, prevelt geen formulieren, is niet aan vormelijkheid, als een mollusk aan zijne schelp, gebonden; maar hij kan lachen, zijn bloed stroomt krachtig door de gezonde aderen, zijn oog blikt helder als eene lichtende vonk van het vuur, dat Prometheus uit den hemel veroverde en zijn geest is als de ladder Jacobs, waar de gedachten op en af zweven, en die met hare stijlen hemel en aarde verbindt. Eens doen de gedachten op die ladder haar laatsten op- en nedertocht,--en staan zij naar gelang op eene hooge of op eene lage sport; dan valt de ladder weg en de geest blijft, wie zal het zeggen, of nog gebonden, om eerst langs vele ontwikk
PREV.   NEXT  
|<   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160  
161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   >>   >|  



Top keywords:

ladder

 

herfst

 
gedachten
 

gevonden

 

gebonden

 
schoon
 

voorhoofd

 
behoeft
 
suikerzoet
 

veroordeelt


geteem
 

konfijt

 

wanhopend

 

overblijft

 

tranendal

 

woestijn

 

ZWEVENDE

 

prevelt

 

bestemming

 
gezond

plooit
 

adelen

 

levensuiting

 
opvoeren
 
liefdeloosheid
 

veroordeelen

 

andere

 
hooger
 

beginsel

 

stroomt


nedertocht
 

gelang

 

laatsten

 
stijlen
 

verbindt

 

ontwikk

 

zeggen

 

blijft

 

zweven

 
krachtig

lachen

 
vormelijkheid
 

mollusk

 
schelp
 
gezonde
 

aderen

 
Prometheus
 

veroverde

 

Jacobs

 
helder