te duiken. Het aantal deputaten was dientengevolge geslonken
van 8 tot 3. Voorts werd meegedeeld dat deputaten over gewichtige zaken steeds
het moderamen van de synode hebben geraadpleegd. Over alles wordt uitvoerig aan
de synode gerapporteerd: Arbeidsdienst, vakbeweging, kerkelijke pers, voorbede
voor de Koningin, collectenverbod, enz.
Over "de Joden kwestie" wordt gezegd:
Het onrecht de Joden aangedaan en de toenemende vervolging van onze Joodse
medeburgers, welke reeds vroeger aan Uw deputaten aanleiding had gegeven om
daartegen met de andere protestantse kerken bij de Rijkscommissaris te protesteren
en waarop ze wederom hebben gewezen in hun request bovengenoemd tot het college
van secretarissen-generaal gericht, bleef voor Uw deputaten evenzeer als voor de
andere afgevaardigden in het convent een voortdurende oorzaak van ergernis.
Ze hebben wel overwogen om gezamenlijk ten behoeve van de Joden, inzonderheid
die naar het buitenland gevoerd waren en waaronder een schrikbarende sterfte
heerste, tussenbeide te komen, maar de vrees, dat juist daardoor hun lot
verergerd zou worden, waarom de Joden zelf verzocht hadden, dit niet te doen,
weerhield hen tot dusver. [4.9]
Niet vermeld werd, welke Joden "verzocht hadden, dit niet te doen."
Daarop kwamen gedurende 4 dagen (9 - 12 december) alle in het rapport genoemde
onderwerpen aan de orde, waarna het "in zijn algemene strekking" aanvaard werd.
<70>
e. Weinig activiteit
Voorjaar 1941 hield ds. J.J. Buskes een voordracht, waarin hij het protest van
de kerken tegen de Jodenvervolgingen (zie boven, in hfdst. 2) besprak en toelichtte.
Zijn toespraak werd gepubliceerd in het tijdschrift "Woord en Wereld". Waarop de
Duitsers de verdere verschijning van dit blad verboden en ds. Buskes op 2 juli 1941
gevangennamen.
Nu zaten er dus 3 ondernemende leden van het Convent vast (Gravemeyer, Donner en
Buskes). Rutgers, de vervanger van Donner, was eveneens gearresteerd. Was het
daarom, dat het Convent wat ingeslapen scheen? Men leek wel geintimideerd.
Datzelfde gold voor de twee grootste deelnemende kerken. Zoals we hierboven
gezien hebben, stelde de Hervormde Kerk in haar herderlijk schrijven het
antisemitisme niet aan de orde en lieten de Gereformeerde Kerken na, tot gebed
voor de Joden op te roepen.
Wie werkt, maakt fouten. Maar hier werden dingen nagelaten. Een grote matheid
leek zich gedurende deze periode te hebben uitgespreid over de kerken.
Van de vergaderingen van het
|