gadering en rapporteerde over
"de werkzaamheden, door deputaten (voor de correspondentie met de Hoge Overheid)
verricht". Het bordje "Verboden voor Joden" kwam ter sprake, de Arbeidsdienst enz.
[6.1]
<89>
Er volgt dan: "Nadat de praeses (voorzitter) aan dr. Van Dijk de dank der synode
heeft overgebracht voor zijn vele bemoeienissen en hem Gods wijsheid en bijstand
bij zijn verdere gewichtige arbeid heeft toegewenst en de vergadering hem
Psalm 121:4 toegezongen heeft, verlaat dr. Van Dijk de vergadering."
Dat psalmvers luidde, in de berijming van toen:
De Heer zal U steeds gadeslaan
Opdat Hij in gevaar
Uw ziel voor ramp bewaar'.
De Heer, 't zij g'in of uit moogt gaan,
En waar g'u heen moogt spoeden,
Zal eeuwig u behoeden.
Dat was meer dan een psalmversje; het was een gebed, een zegenbede. Die werd bij
bepaalde plechtige gelegenheden in de kerk gezongen en de gemeente ging daar dan
bij staan. Dat is ongetwijfeld ook op deze synodevergadering gebeurd.
Men wist: deze man zet zijn vrijheid - misschien zijn leven - op het spel.
Dr. Van Dijk wist: 'mijn synode staat achter mij' en mijn mede-deputaten; de
broeders bidden voor ons en ze steunen ons.
c. Het telegram
De Kerken die samenwerkten in het I.K.O. (Interkerkelijk Overleg) hadden besloten
een bezwaarschrift tegen de Jodenvervolging bij Seyss-Inquart in te dienen. Het
schrijven van een concept daartoe was opgedragen aan een kleine commissie, bestaande
uit de bekende zendingsman en taalgeleerde prof. H. Kraemer (die prof. P. Scholten
sinds diens verbanning verving), mgr. Van de Loo en dr. M.C. Slotemaker de Bruine
(niet te verwarren met zijn vader, de eerste voorzitter van het Convent, die
intussen overleden was).
Toen het I.K.O. op 10 juli vergaderde, was het concept nog niet klaar. Op grond
van de binnengekomen alarmerende berichten besloot men, allereerst een telegrafisch
protest aan de Rijkscommissaris te zenden. De tekst van dit telegram werd op
diezelfde vergadering vastgesteld en luidde als volgt:
<90>
De hieronder vermelde Nederlandse Kerken, reeds diep geschokt door de maatregelen
tegen de Joden in Nederland, waardoor zij uitgesloten worden van het deelnemen
aan het normale volksleven, hebben met ontzetting kennis genomen van de nieuwe
maatregelen, waardoor mannen, vrouwen, kinderen en gehele gezinnen zullen worden
weggevoerd naar het Duitse rijksgebied en onderhorigheden.
Het leed dat hiermede over tienduizenden gebracht
|