geplaatst te worden.
Aldus Touw.
Het is ook Touw die vertelt dat een predikant tot een jaar gevangenisstraf
veroordeeld werd wegens Schriftverfalschung, omdat hij een geantedateerde
verklaring van "Angehoerigkeit" had afgegeven. Een andere predikant daarentegen
("gelukkig een hoge uitzondering") had er bezwaar tegen om een Joods gezin dat
trouw de kerkdiensten bezocht te dopen, want "mijn vrouw is zo bang dat ik iets
doe waar de bezettende macht zich aan stoot."
<122>
b. Geen Gereformeerde "haastdoop"
Delleman, de Gereformeerde geschiedschrijver, heeft in zijn Opdat wij niet
vergeten enkele hoofdstukken samen met anderen geschreven; het schrijven van
een paar hoofdstukken liet hij over aan een direct-betrokkene. Zo is hoofdstuk
IV (Het kerkelijk verzet) geschreven samen met Donner, Van Dijk en Rutgers die,
ieder op zijn beurt, de Gereformeerde vertegenwoordigers in het I.K.O. waren
geweest. Hoofdstuk V, "Het Jodendom en de Kerk in bezettingstijd", is evenwel
van de hand van ds. Jac. van Nes. We kwamen hem al tegen in ons eerste hoofdstuk
als missionair predikant (sinds 1916) onder de Joden te Den Haag, ook zijn
opvatting (voor de oorlog!) "dat er in het algemeen drie tot vier jaar
catechetisch onderwijs nodig was voor men tot dopen kon overgaan", kwam reeds
ter sprake.
Alle Gereformeerde kerkenraden kregen - zomer 1942 - het verzoek om de namen
van de Joodse Christenen, voor wie dus vrijstelling van deportatie moest worden
aangevraagd, te zenden aan het Kerkelijk bureau van de Gereformeerde kerk van
's Gravenhage-West. In de desbetreffende circulaire wordt gewaarschuwd:
De kerkenraad houde er voorts rekening mede, dat te verwachten is, dat van
Duitse zijde een onderzoek zal worden ingesteld naar de juistheid der verstrekte
gegevens, waarvoor dus alle op deze aangelegenheid betrekking hebbende gegevens
aanwezig moeten zijn.
Ds. Van Nes heeft een en ander - en zijn eigen opvattingen - uitvoerig weergegeven
in zijn drie-maandelijkse rapporten en later heeft hij uit die rapporten geciteerd
ten behoeve van zijn hoofdstuk in Delleman:
Wij kennen in onze Gereformeerde Kerken geen "haastdoop". 't Schijnt helaas, dat
er in de Nederlands Hervormde Kerk wel zijn, die zulk een doop voor mogelijk achten.
Er hebben zich gevallen voorgedaan in die kerk, dat Joodse personen eerst gedoopt
werden en daarna onderwijs ontvingen.
Wij betreuren dat ten zeerste. En wij weten, dat er in de Nederlands Hervormde
kring zelf ook bezwa
|